miranda puchVijftig jaar geleden: de tijd van The Beatles, The Rolling Stones, Provo en de Witte Puch. Midden in dat tijdsgewricht werd Miranda Rep geboren. Hoe ik getuige was – nou ja – van de totstandkoming en de geboorte van mijn eerste nichtje. Vorige week trouwde ze, twee dagen voor haar vijftigste verjaardag.

September 1965 viel in het hoogtepunt van mijn opstandige periode. Ik zat in het niemandsland tussen het einde van mijn hbs-carrière en de aanschaf van mijn Witte Puch. Een halfjaar eerder was in Amsterdam de vrolijk-anarchistische beweging Provo opgericht. Ik reisde elke dag met bus en trein naar Amsterdam, waar ik in afwachting van betere tijden, een eenvoudige kantoorbaan had bij dagblad Het Parool aan de Wibautstraat. In de bouwput daartegenover werd hard gewerkt aan het gloednieuwe gebouw van de Volkskrant.

martinrep miranda01

In september 1965, toen het eerste nummer werd gepresenteerd van het muziekblad Hitweek, stonden The Rolling Stones op de eerste plaats van de Britse Top Twenty, met hun grootste hit ooit: Satisfaction. Een maandje eerder waren The Beatles op bezoek geweest bij Elvis Presley in zijn villa Graceland. Wij waren fans van zowel The Beatles als The Stones en lieten dat blijken in uiterlijk en gedrag.

Een retourtje naar Amsterdam was niet duur, nog geen gulden. Ik had een voordelig jeugdabonnement – ik was negentien jaar oud – voor het traject Zaandam-Amsterdam. Ik reisde samen met mijn vriend Rob Berghege. Al snel kwamen wij erachter dat een jeugdabonnement eerste klas maar een paar gulden per maand duurder was dan een tweede-klasabonnement. Dat leek ons wel wat. En zo reisden wij dagelijks tussen heren in driedelig grijs: twee knapen met lang haar en in wit spijkerpak. Dat beviel niet iedereen. Meneer Steinfort, een broeder van de kerk, die een paar huizen bij de familie Berghege vandaan woonde en die een nette kantoorbaan in de hoofdstad bekleedde, kwam klagen bij de ouders van Rob dat het geen pas gaf, dat langharig tuig in de eerste klas coupé.

In de Krantine

Het werk dat ik deed, stond in scherp contrast met mijn dromen. Ik wilde de wijde wereld in, reportages schrijven over de rassenrellen in Amerika of de oorlog in Vietnam verslaan. In plaats daarvan vulde ik staten met betalingen in van lokale agenten die zorg droegen voor de verspreiding van Het Parool. Vergeefs probeerde ik in contact te komen met journalisten van het dagblad. Misschien aten ze wel hun broodje naast mij in de ‘Krantine’. Maar ik wist niet eens hoe ze eruit zagen.

Nee, dan mijn broer Jelte. Hij was een echte journalist, al was het maar bij dagblad Trouw aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Jelte woonde, sinds hij getrouwd was met Ria, op de verbouwde zolder van ons huis aan de Meidoornstraat. Terwijl ik op de pick-up op mijn jongenskamer verlangend Satisfaction draaide, hoorde ik hem en Ria boven mijn hoofd werken aan hun eigen toekomst. Slechts een dun houten plafond scheidde mijn jongensdromen van hun huwelijksleven.

De Typhoon

In het weekend van 11 en 12 september had ik als regeltjescorrespondent voor dagblad De Typhoon de officiële opening verslagen van het r.-k. trefcentrum De Wilg in de katholieke kerk aan de Wilgenstraat, om de hoek van de Meidoornstraat. Zondagavond ging ik tegen middernacht naar bed. Om een uur of half een, net toen ik zo’n beetje sliep, hoorde ik een hoop gestommel boven mijn hoofd, maar ik draaide me rustig om. De poort tussen de straat en ons achtererf klapperde irritant, die gaat Jelte zeker sluiten, dacht ik.

Verder slapen was niet weggelegd voor mijn vader. Toen ik maandagochtend naar beneden liep voor het ontbijt, op weg naar een nieuwe saaie dag op kantoor, trof ik hem slaperig aan in de woonkamer. “Het is een dochter!”, riep mijn stiefmoeder. “Ik lag net in bed”, geeuwde m’n vader, “we zijn de hele nacht in de weer geweest.” Ria was met de taxi naar het ziekenhuis gebracht, m’n vader was de aanstaande ouders snel gevolgd in zijn blauwe Chevrolet Corvair, en daar was hij blijven wachten.

Hoe heet ze? Dat wisten ze nog niet. De naam Miranda werd ons pas maandagavond verteld. “Miertje”, riepen wij vertederd, maar dat mocht absoluut niet van Jelte en ook niet van Ria, die een week later gezond en wel, en met baby’tje, terugkeerde aan de Meidoornstraat.

‘Nieuw leven’, schreef ik in mijn dagboek. Verder wijdde ik er niet heel veel aandacht aan. De Puch zou mij de komende tijd meer in beslag nemen dan m’n eerste nichtje.

miranda bo

 

Dit verhaal werd geschreven voor de huwelijks-glossy ‘Miranda & Bo’, die werd uitgereikt tijdens het bruiloftsfeest.

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum