zaanlander Een nachtelijk avontuur van sportjournalist Ron Couwenhoven, met een hoofdrol voor de naamgever van deze website.

't Is alweer lang geleden, maar vergeten ben ik het nooit. Ik had dagblad De Zaanlander, het pand van de Zaanlandsche Stoomdrukkerij, de Stationstraat in Koog en al die vertrouwde collega's als Fred Voorbergen, Martin Rep, Han de Jong, Mary Renooy en de zwijgzame chef Wim Harwijne verlaten. Via een korte omweg over de Draafsingel langs het zeer katholieke Noord-Hollands Dagblad waar meneer Onstenk wekelijks de paus een lesje leerde in zijn columns, die met O. ondertekende. Dat waren voor ons de 'O'tjes', verbazingwekkende stukken over onderwerpen die vermoedelijk alleen de pastoor van Hoorn interesseerden.

Maar goed, na nog geen jaar landde Ron Couwenhoven op de Nieuwe Zijdsvoorburgwal in Amsterdam om als sportverslaggever bij De Telegraaf aan de slag te gaan. Dat betekende stad en land afreizen achter voetbalclubs als FC Twente, De Graafschap, MVV en FC Groningen aan, want de jongste bediende stuurde je natuurlijk graag naar de uithoeken van het land. De doorgewinterde collega's konden het dan in Amsterdam en omgeving redden bij Ajax, DWS, Blauw-Wit en de buitengewesten Rotterdam met Feyenoord en Sparta of Volendam, want aan de Dijk was het altijd gezellig, en AZ'67. Dat scheelde vele uren reizen op zo'n zondagmiddag of - later zaterdagavond.

Daarnaast racete ik achter wielrenners aan. Al snel door heel Europa, maar er waren ook avonddiensten, want de krant werd nu eenmaal 's avonds in elkaar getimmerd. Nog met een loodzetterij, waar je de opmakers instructies gaf waar de stukken in loodgezette teksten moesten komen te staan. Dat duurde bij De Telegraaf tot een uur of half één 's nachts en daarna waren er altijd nog wel een paar man te vinden voor een afzakkertje in de Spuistraat, waar de horeca gouden jaren beleefde met al die dorstige krantenmensen van De Telegraaf, het Algemeen Handelsblad, De Tijd, Trouw en Het Vrije Volk in de directe omgeving.

Op een vrijdagavond - vroeg in de jaren zeventig - was ik weer eens de klos. Berichten van het ANP bewerken, stukken van collega's van koppen voorzien, de zetterij op. Het was allemaal routine. Daarna nog even naar Harry, de mooie baas van De Koningshut in de Spuistraat, een buitengewoon bruine kroeg waar nog zand op de houten vloer werd gestrooid zodat het gemorste bier makkelijk kon worden opgeveegd.

Hoe laat ik de stad verliet, weet ik niet meer precies, maar de route was duidelijk: Nieuwe Zijds af, langs het IJ naar de Hemweg en dan de afslag naar de Coentunnel. Ik snorde er in mijn Anglia met zo'n merkwaardig naar binnenstaand achterraam, vol goede moed naar toe, maar bij de afslag ging het fout: even te vroeg naar rechts gestuurd. En hobbel-de-bobbel over de treinrails met een gang van veertig per uur.

'Stik! Lekke band!'

Ik de auto uit en ja wel hoor: links voor plat als een dubbeltje. Nou ja, kofferbak open, krik er uit, reservewiel te voorschijn. Goeie genade! Rechts achter ook plat en rechts voor ook! Drie lekke banden tegelijk! Daar stond ik in het holst van de nacht. Hoe laat zou het zijn geweest? Drie uur? Half vier? Ik weet het niet meer. De weg was totaal verlaten, maar na een minuut of twintig verscheen er een auto op de oprit. De man stopte en stapte uit.

Ongelofelijk! Martin Rep was zomaar als reddende engel uit de duisternis ten tonele verschenen. 

'Wat is er loos, Ron?' vroeg mijn oud-collega van De Zaanlander.

'Drie lekke banden, Martin,' zei ik alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. 'Hoe lossen we dit op?'

Daar wist de heer Rep wel wat op. Hij reed ook in een Citroën. Zijn reservewiel kon er ook onder. 'En mijn broer Jelte heeft ook een Deux Chevaux. Daar kunnen we ook een wiel ophalen.'

Zo kreeg ik na het nodige geprutst mijn karretje weer aan het rijden. Met de achterbank vol lekke banden richting Zaandijk en na een erg korte nacht vroeg in de ochtend naar de garage.

Daar riepen ze verbijsterd: 'Dat hebben we nog nooit meegemaakt!'

Mijn antwoord was natuurlijk logisch: 'Ik ook niet.'

Die nacht ben ik dus nooit meer vergeten. Net als Martin Rep. Zonder hem had ik er nu nog gestaan, denk ik.

Commentaar Martin Rep

Ron, hartelijk dank voor dit verhaal. Het was compleet uit mijn geheugen verdwenen, en ik kan haast nog steeds niet geloven dat ‘t echt is gebeurd. Dankzij jou is het nu gered voor de geschiedenis. - MR

 

 

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum