janblokker-woldhek

Tekening Siegfried Woldhek (www.woldhek.nl

Het was een koude, heldere dag, maandag 2 januari 1984, de klok sloeg tien. Ik trok mijn schouders op om me te beschermen tegen de koude wind en ging door de glazen draaideur het Volkskrant-gebouw aan de Wibautstraat binnen.

Hier zou de doorstart van mijn journalistieke loopbaan plaatsvinden. Na het mislukken van het magazine NieuwsNet, wat de Nederlandse Newsweek had moeten worden, was ik bij de VNU blijven hangen en had heel wat blaadjes afgelopen, die sneller werden opgeheven dan gedrukt. Dolblij was ik dan ook toen ik werd aangenomen op de eindredactie binnenland van de Volkskrant. Dit was mijn eerste werkdag.

Op de deur van de redactie stond dat hier alleen redacteuren toegang hadden; dat verbod moet al lang zijn opgeheven, maar destijds bepaalde de redactie nog zelf waar ze over schreef en duldde ze daar verder niemand bij. Toen ik die deur opende, kreeg ik meteen het gevoel dat ik van de afdeling Utrecht in de eredivisie van de Nederlandse journalistiek was beland.

blokker en peter

Tekening Peter van Straaten (www.petervanstraaten.nl

En daar stond hij dan: Jan Blokker, de beroemdste adjunct-hoofdredacteur van Nederland. De held van mijn jeugd, wiens bronzen stem ik al zo lang kende. Van Zo Is Het Toevallig Ook Nog Eens Een Keer en van zijn voice-overs bij VPRO-documentaires. Wiens columns ik al volgde sinds ik een abonnement op de Volkskrant kon betalen. Elke column een les journalistiek.

Jaap Huisman, die mijn mentor was, stelde me voor. Blokker was op vakantie geweest toen ik had gesolliciteerd. Maar hij had mijn cv gelezen en dus opgeslagen in die gietijzeren hersenpan. Hij schudde mijn hand, keek me kort aan en zei dat hij me nooit zou hebben aangenomen.

Welkom op de redactie van de Volkskrant.

afscheid-blokker

Op de twaalfuursvergaderingen durfde ik mijn mond niet open te doen als Blokker voorzitter was. Hij had sowieso niet veel op met de eindredactie binnenland, die hij de ‘groeneboekjespolitie’ noemde als ze weer eens ‘sigaret’ hadden gemaakt van wat hij als ‘cigaret’ had opgeschreven.

Naderhand is het wel goed gekomen tussen Jan en mij. Hij was intens dankbaar als ik hem opbelde en hem schuchter op een kleine onjuistheid wees. Later werd ik chef-nacht bij de Gelderlander en werd hij uitgenodigd om een voordracht te houden op een redactie-workshop. Hij was heel enthousiast me terug te zien, wilde alles van me weten en noemde me geregeld in zijn toespraak zodat ik er verlegen van werd.

Toen hij een paar jaar geleden bijna dood ging na een beroerte, schreef ik hem een opbeurend briefje. Vanuit zijn huisje in Frankrijk kreeg ik een paar maanden nadien een heel aardige handgeschreven brief van hem terug.

Blokker kon niks vergeten, maar kennelijk toch wel vergeven.

 

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum