bobbraakmanOud-collega Puck Wagenaar stuurde me vandaag een bericht door dat hij had aangetroffen op Facebook: ‘Na een ziekbed van een paar maanden is vannacht is onze vader Bob overleden. Wij waren op dat moment bij hem. Toen bij hem longkanker werd gevonden, was deze al zo ver uitgezaaid dat behandelen niet meer mogelijk bleek. We zijn enorm dankbaar voor de vele steun en blijken van medeleven, in de vorm van bezoekjes, telefoontjes en kaarten, die mijn vader in deze laatste periode heeft mogen ontvangen.’ Was getekend: Marije en Stijn Braakman. Graag deel ik wat herinneringen aan Bob Braakman.

Zonder het te willen, kreeg ik in 1970 de baan van Bob Braakman bij de Amersfoortsche Courant. Ik had bij hoofdredacteur Keimpe Koopmans gesolliciteerd naar de functie van feature-redacteur bij de krant, maar daar vond Koopmans mij op dat moment nog te licht voor: op mijn cv had ik alleen vier jaar regioverslaggeving bij dagblad De Zaanlander staan.

“Meneer Rep”, zei Koopmans, “wij kunnen u op de stadsredactie Amersfoort plaatsen. Uw tweede aandachtsgebied zal dan zijn de gemeente Leusden, want die doet de stad erbij.” (Het was de laatste keer dat Koopmans me had gevousvoyeerd en met ‘meneer’ had aangesproken.) Het leek me prima. Ik zou tweede man worden achter de extraverte Jos Bouten, een van de beste collega’s die ik ooit zou krijgen, al wist ik dat toen natuurlijk nog niet.

Wat ik ook niet wist, was dat Bob Braakman tot dan tweede man op de stad was geweest en ook de raad van Leusden erbij deed. Bob kreeg de plek van feature-redacteur en kwam daardoor terecht in het curieuze gezelschap van Roel Leenknegt, de opzij gezette voorganger van Koopmans, en vormgever Jaap Froentjes, op wie iedereen jaloers was vanwege Marjan, zijn mooie vrouw.

Feature ACBob maakte indruk op mij. Met zijn zachte stem en goede ideeën ontwikkelde hij zich tot een prima roerganger van de wekelijkse bijlage van de krant. Koopmans had hoog opgegeven van dat kwaliteitskatern, dat wekelijks door eigen verslaggevers werd volgeschreven en waarvoor Brand Overeem de schitterendste foto’s maakte. Alleen al om een verhaal te maken bij een foto van Brand wilde je voor de bijlage schrijven.

Bob kwam ik buiten de redactie in de statige maar ook wat aftandse villa aan de Snouckaertlaan niet zo vaak tegen. De jonge honden van de stads- en streekredactie ontmoetten elkaar geregeld in het Amersfoortse uitgaansleven als de krant dicht was, terwijl Bob een keurige negen-tot-vijf-baan had en op tijd thuis was. Hij trouwde ongeveer in dezelfde week dat ik in Amersfoort begon. Met een paar collega’s ben ik hem nog een keer gaan opzoeken in zijn piepkleine maar prachtige huis aan de Muurhuizen.

Bob was een van de vele collega’s die je op een gegeven moment uit het zicht verliest zonder dat je weet waarom of zelfs maar wanneer. Een gewaardeerde en aardige collega, dat zeker; iemand die bescheiden maar doortastend met mijn kopij omging, zeer beslist. Maar was hij nu op een gegeven moment vertrokken bij de AC, op weg naar een nieuwe loopbaan in het oosten van het land, of was ik al eerder weg om ‘bladenmaker’ te worden bij uitgeverij VNU? In dat geval hebben we elkaar voor de laatste maal gezien en gesproken in 1975, want ik zie hem ook niet op de foto die is gemaakt tijdens het afscheidsfeest van het oude AC-pand. dat ergens in de tweede helft van de jaren tachtig werd gegeven.

ac laatste kopieBob maakte een aantal jaren geleden een begin met kleine bijeenkomsten van collega’s uit het AC-verleden, maar later verscheen hij niet meer op deze reünies. Een fragment uit zijn afbericht voor de reünie van 2016:

‘Dank voor de uitnodiging voor de reünie. Ik zal niet komen, maar zou het wel leuk vinden (net als vorig jaar) t.z.t. er wat foto's van te ontvangen, want op afstand blijf ik nog veel dingen volgen en mijn Amersfoortse periode was bepaald niet de vervelendste. Ben echter een lichting jonger dan jullie destijds. Maakte Leenknegt nog mee als hoofdredacteur (later uiteraard Koopmans). Ik stam uit de periode Auke Wiersma, Baaijens, Johan de Lange.’

Hij besloot met: ‘Groeten en het beste uit Enschede, waar van Tubantia ook nog maar weinig is overgebleven.’

Het laatste bericht dat ik van hem kreeg, dateert van april dit jaar, nadat ik een rondschrijven aan de collega’s van toen had gestuurd over de ziekte van Rob de Vries. ‘Wat een intriest bericht’, schreef hij. ‘Goed dat je daar over informeert. Ik zal op zijn minst een kaartje sturen.’

Bob was een lieve, meelevende man. We zullen volgend jaar op de AC-borrel een paar stevige glazen op hem drinken. 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum