cor van breukelenVoor me op mijn bureau staat een schaalmodel, een op tien, van een witte Puch. Ik kreeg het ooit van Cor van Breukelen. Vandaag schrijf ik mijn herinneringen aan Cor op. De man die me niet alleen prachtige momenten op de Puch bezorgde, maar ook inspireerde tot het schrijven van steeds nieuwe verhalen.

November 2014. Ik vind in mijn mailbox een berichtje van ene Cor van Breukelen, van de Puch en Tomosclub Midden-Nederland: ‘Bij toeval kwam ik op je site terecht. Ik wil je om toestemming vragen je artikel over de Puch in ons clubblad Puch66 Magazine te mogen plaatsen.’

Natuurlijk kreeg Cor toestemming. De Puch was voor mij niet veel meer dan een nostalgische herinnering aan de jaren zestig, maar Cor was zo enthousiast over mijn verhaal dat ik het leuk vond er voor hem nog een te schrijven. En nog een, en nog een.

Hij ontving me een paar jaar later, in 2018, als gast op de Puchdag in Maartensdijk. “Als je de volgende keer komt, moet je het zeggen man, dan regel ik een brommer voor je en kun je ook meerijden”, zei hij. Daar was ik nog niet aan toe. Wel liep ik verlekkerd langs de eindeloze rijen vintage Puchs en Tomossen die op het terrein stonden opgesteld, opeens was ik tientallen jaren jonger en scheurde ik weer door Zaandam, m’n meisje achterop.

Kort daarna benaderde hij me om samen een kopje koffie te drinken. Ik ging een beetje aarzelend akkoord. Hij wil me nu zeker vragen om vaste medewerker van de redactie te worden, dacht ik, en daar had ik niet zo veel zin in.

Ik had me enorm vergist. Cor wachtte me op in een lunchroom in Bussum en bleek een van de aardigste kerels die ik ooit had ontmoet. We praatten over van alles en nog wat, en vooral over de witte Puch die ik ooit had gehad en die ik helaas al na een paar jaar had verkocht. 

Cor wilde helemaal niets van me, hij wilde gewoon eens kennismaken en een praatje maken. “En als je een keer een ritje wilt maken… ik heb precies zo’n witte Puch Skyrider als jij ooit had”, zei hij. Dat ga ik niet doen, dacht  ik, maar we namen afscheid als vrienden. 

Het duurde nog twee jaar, maar toen stond ik dan toch op een koude najaarsdag in de garage bij het huis van Cor en Heidi in Bilthoven, waar vijf of zes schitterende Puchs stonden te blinken. De witte had Cor al buiten geparkeerd. Heidi nam foto’s. Ik stapte op, reed onzeker een rondje voor de deur. 

‘Regelmatig een beetje onderhoud en goede brandstof doet heel veel om narigheid te voorkomen’

cor martin puch'Zullen we maar?”, zei Cor. Daar gingen we. Vijftig jaar ouder en dertig kilo zwaarder dan de laatste keer, maar ik voelde opnieuw de magie. “Als je ’m ooit kwijt wil, zeg je het maar”, grijnsde ik na afloop tegen Cor. Maar eigenlijk zag ik ertegenop als ouwe knakker weer zo’n Puch te kopen, onhandige sleutelaar die ik ben. “Pech onderweg? Stelt niets voor”, appte Cor me optimistisch terug toen ik hem daarover schreef. “Regelmatig een beetje onderhoud en vooral goede brandstof doet heel veel om narigheid onderweg te voorkomen.”  Om toch iets terug te doen voor zijn vriendschap, meldde ik me aan als lid van de Puchclub, hoewel ik helemaal geen brommer bezit.

Hij gaf me niet alleen zijn vriendschap, maar ook zijn inspiratie. Het afgelopen jaar schreef ik een verhaal over de brommertocht naar Parijs die ik in 1967 met een aantal vrienden had gemaakt. Cor was er zo enthousiast over dat ik besloot er méér mee te doen dan zomaar  een paar verhalen. Ik besloot er een boekje van te maken, met een complete reconstructie van de reis, interviews met de deelnemers en bovendien de plaatsen van toen weer op te zoeken.

Cor zag het helemaal zitten, bestelde al op voorhand een paar exemplaren. Voor de geplande reünie van de reisgenoten van 1967 stelde hij spontaan zijn witte Puch beschikbaar.

Vormgever Richard Fey — ook weer zo’n contact van Cor — van het Puch66 Magazine en ik maakten er samen een prachtig boekje van. Ik had al een exemplaar voor Cor opzij gelegd, 

“Denk dat ik tegen het einde van december naar Bussum kom om daar zes exemplaren van Magazine 121 af te leveren”, schreef Cor me. Hij zou dan tegelijk zijn exemplaar van ‘God, Parijs en Roosendaal’ in ontvangst nemen.

Had ik het hem maar gewoon gestuurd. Over de post. Dan had hij het nog kunnen lezen. Maar voordat hij het boekje, dat er zonder zijn inspiratie nooit gekomen was, in ontvangst had kunnen nemen, kwam het verpletterende bericht van zijn overlijden.

Het volgende verhaal schrijven zal een stuk moeilijker worden, zonder Cor.

cover kopieHet boek waartoe Cor mij inspireerde

In het najaar van 2021 voltooide ik 'God, Parijs & Roosendaal' over de 'reis van m'n leven', mijn reis per Puch naar Parijs in 1967. Het is een collector's item, dat ik als kerstgeschenk stuurde aan familie, vrienden en kennissen. Voor belangstellenden is een beperkt aantal exemplaren beschikbaar à €23,85 incl. verzendkosten. Stuur een mail aan .

 

 

 

 

Website van de Puch en Tomosclub Midden-Nederland

 

 

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum