DikGouden tijden voor de drukkerijen en uitgeverijen van voetbalplaatjes. Voor duur geld kopen jong en oud zakjes van Panini in de hoop op niet al te veel dubbele en die ene enkele die al zo lang gezocht wordt. Bij de start van het wereldkampioenschap voetbal in Rusland haal ik mijn oude verzameling voetbalplaatjes onder het stof vandaan.

Mijn jeugd stond in het teken van voetbalplaatjes. Bij Monty kauwgom zaten voetbalkarikaturen van Dik Bruynesteyn verpakt. Het was slechte kauwgom, waarvan de smaak binnen een paar minuten verdwenen was en die een harde klont werd in je mond. Roze, dunne plak met een beetje wit poeder erop, anders was het spul al uitgedroogd voordat je het in je mond had gestopt.

Maar die kauwgom was onbelangrijk. De plaatjes, daar ging het om. Ze waren een kostbaar bezit, een ruilobject waarvan de waarde van week tot week enorm kon fluctueren. Mijn vriend Rob en ik ruilden ze met andere jongens uit de klas, maar vooral met elkaar.

De karikaturen van Dik Bruynesteyn waren onze favoriete plaatjes. In 1958 begon Bruynesteyn met het tekenen van voetballers van de achttien clubs die toen in de twee jaar eerder opgerichte eredivisie speelden. Van elke club koos hij vier spelers, zodat je met de kaarten kon kwartetten. 

Rob had alle clubs compleet (ADO, Ajax, Blauw Wit, DOS, DWS/A, Elinkwijk, Feijenoord, Fortuna '54, MVV, NAC, NOAD, PSV, Rapid JC, SC Enschede, SHS, Sparta, VVV en Willem II), ik miste er vier. Daarna kwamen de lagere divisies aan beurt, waarbij clubs werden gecombineerd; KFC en ZFC werden bijvoorbeeld het Zaans Kwartet. Kort na het wereldkampioenschap 1958 maakte hij internationale kwartetten van de beste landenteams plus Nederland.

Ik zag hem later op tv, in sportprogramma's waaraan hij meewerkte. Hij tekende in zijn bekende slordige stijl in razend tempo karikaturen en spelsituaties bij wedstrijden in ‘Sport in beeld’ en later bij andere programma‘s. Voor kranten ging hij de strip ‘Appie Happie’ tekenen, die ik een beetje flauw vond maar die heel populair was.

In 1982 maakte ik kennis met Dik. Ik werkte destijds bij uitgeverij Oberon in Haarlem bij het stripweekblad Eppo. Als spin-off daarvan lanceerden we een voetbalmaandblad, onder de naam ‘Sjakie’, naar de populaire stripboeken ‘Sjakie en de wondersloffen’. Ik wist niet veel van voetballen. Mijn kennis dateerde nog zo’n beetje uit de tijd van de Monty-kauwgom. Maar Appie Happie kende ik wel. Het leek me een aardige strip en een leuk Hollands accent voor een voetbalblad, dat voor het overgrote deel gevuld was met uit het buitenland gekocht materiaal. Dick Bruijnesteijn – al ver voordat Feyenoord dat had gedaan, had hij de ‘ij’s’ in zijn achternaam vervangen door ‘y’s’ – zat in de rolodex van hoofdredacteur Jaap Bubenik. Zo nodigden wij hem uit voor een gesprek.

Bruijnesteijn was een aardige, enthousiaste man. Hij was zeer vereerd toen ik hem vertelde dat ik vroeger zijn Monty-plaatjes had gespaard en ze nog altijd bewaarde. Toen de inlevertijd naderde van een van zijn stripverhalen, belde hij me thuis op – het was een zonnige voorjaarszondag. “Ik kom ’m bij je thuis brengen”, zei hij. Hij sprong op zijn racefiets en deed ruim een uur over de 25 kilometer van Eemnes naar Leusden. 

Dertig jaar later, 28 april 2012, overleed Dick Bruijnesteijn op 84-jarige leeftijd.

Ter gelegenheid van de start van het WK voetbal een kleine selectie uit mijn sportkarikaturen van Dik.

demunck fonatine gubbels
haanappel ivanov jaschin
kopa lenstra  pele 
piantoni post  puskas
rijvers van est vdborgh
vdlinden wagtmans wiersma

 

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum