soek

We springen 45 jaar terug in de geschiedenis. Ik denk dat ik in klas 3A van het Zaanlands Lyceum zat toen een knaap bij mij in de klas kwam, die Henk Soek bleek te heten.

Afkomstig uit Zwartsluis en daar - daar kwam ik naderhand achter - diep gereformeerd opgevoed. Wat hem betreft was dat een fase die hij achter zich had gelaten, zij het waarschijnlijk vrij recent. Hij zal 13 of 14 geweest zijn. Hij woonde vlak bij mij in de buurt. Na een tijdje haalden we elkaar op om samen naar school te fietsen.

Het was een merkwaardige vrijbuiter. Nogal uniek. Hij droeg graag een hoed; naderhand, toen hij in een kroegelftal speelde bij VV Zaanlandia - hij was een redelijke keeper - had hij die hoed ook op als hij onder de lat stond. Hij rookte veel, wat op zich niet zo heel vreemd was - wij rookten in die tijd allen,met een gretigheid die moest laten zien dat wij alles wilden leren en weten als het aankwam op het ontdekken van de wereld - maar hij deed het als een soort geloof, om er zo snel mogelijk aan kapot te gaan. Dat beleed hij tenminste. 

Hij was tamelijk briljant, kon geweldig scoren in betavakken maar had ook een goeie talenknobbel. Ik was met opstellen altijd nummer eén van de klas, maar hij had zo'n afwijkende stijl, en zo'n ongebreidelde fantasie dat hij me ook op dat punt kon aftroeven.

Ik had net de popmuziek ontdekt, heel nieuw in die tijd. Hij wist daar niet zo veel van af, maar werd aangestoken door mijn enthousiasme en kocht ook hele stapels platen. Dat hij het geld daarvoor jatte van zijn moeder - die hij graag uitkafferde in het bijzijn van anderen - was iets waarover hij opschepte. Hij sjoemelde; niet in het geheim, maar op een podium.

Ik sloot langzaam maar zeker een soort vriendschap met hem en bracht hem ook in contact met Rob. Hoewel zij heel verschillende typen waren, ook qua intellectuele achtergrond, klikte het ook tussen hen. Wat Rob en mij betreft was dat logischer, wij hadden zes jaar naast elkaar gezeten in de lagereschoolbanken.

Met ons beiden ging het na een tijdje slecht op school. Henk had er overduidelijk geen zin in, ik was slecht in wiskunde en de handelsvakken zodat het eind van mijn middelbareschoolperiode in zicht kwam. Ik begin te spijbelen op dagen dat er repetities waren. Ik tekende dan daags daarna een briefje waaronder ik de handtekening van mijn vader imiteerde. Soek (ik geloof niet dat we elkaar ooit bij de voornaam noemden) vond het wel lollig en ging met me mee. Zo waren we op een gegeven moment weken achter elkaar dagelijks in Amsterdam, waar we de Bijenkorf bekeken, evenals de hoeren op de Wallen, platenzaken doorsnuffelden, meestal zonder wat te kopen. Een retourtje Amsterdam-Zaandam kostte maar 90 cent.

Op een gegeven moment belde de school naar mijn vader waar ik bleef. Dat was het einde van mijn tijd daar. De ouders van Soek werden ook gebeld. Maar hij gaf ze gewoon een grote bek,  waar ze zich mee bemoeiden, en ging zijn eigen goddelijke gang.

Mijn vader was al niet echt gek op Rob in deze tijd, maar die kende hij al heel lang, plus diens ouders, dus hij kon van hem wel wat hebben, hoewel hij zich steeds meer ergerde aan het lange haar dat Rob liet groeien. Mij kreeg hij af en toe nog naar de kapper, maar de lokken van Rob groeiden en groeiden zodat ze het Beatle-tijdperk verlieten en de Rolling Stones-era binnentraden. Soek ging daarin nog weer een stuk verder, imiteerde ons ook maar klopte ons uiteindelijk door zich het Pretty Things-uiterlijk aan te meten - langer, en in veler ogen, erger. Tot groot leedwezen van mijn vader bleven Soek en ik met elkaar omgaan. Ik wachtte 's avonds tot het licht in huis uitging, klom toen het raam van mijn kamer uit en zwierf met Soek door nachtelijk Zaandam. We haalden een beetje kattekwaad uit, maar veel stelde het eigenlijk niet voor. Zo stonden in die tijd nog de kratten met melk- en vlaflessen van melkboer Onrust aan de straat en daar hebben we ons wel eens aan de vla vergrepen. Maar het was vooral veel ouwehoeren: over de meiden, over school, over muziek, over god en de wereld.

Deze nachtelijke wandelingen waren afgelopen toen ik een keer bij thuiskomst, het zal tegen drie of vier uur geweest zijn, door mijn huilende vader werd opgewacht.

Een andere plek waar we elkaar veel zagen, was het destijds vermaarde café 't Spinnewiel, waar zogenaamd progressief en intellectueel jeugdig Zaandam zich verzamelde. Wij zorgden regelmatig voor nieuwe aanvoer in de jukebox, ontmoetten er gelijkgestemde meiden. Een daarvan was Elly, een blondine met eindeloze benen en dito haar, die al snel voor de charmes van Soek viel.

crep-hit

Henk (laat ik hem ter afwisseling even zo noemen) werd wel steeds extremer. Altijd zuipen, altijd vreemde zaken. Mede door de tegendruk van mijn vader, maar ook omdat ik er zelf genoeg van kreeg, begon ik de vriendschapsbanden losser te maken. Die tussen Soek en Rob werden juist inniger. Ze gingen elke zaterdagavond dansen bij The Mads in Amsterdam. Ik kreeg een baan bij de krant in Zaandam en kon in 1965 voor het eerst niet mee met Rob naar onze favoriete vakantiebestemming Rhederoord in De Steeg. Soek ging nu met Rob mee. Het ging ook meteen veel verder dan in onze tijd. Ze doken met de meiden in bed, werden betrapt en eruit gegooid.

Ik ging me zorgen maken om Henk. Ik voelde me verantwoordelijk dat hij van school was gegaan; na de spijbelperiode, waarover hij trots had geschreven in de schoolkrant van het Lyceum, was hij daar niet teruggekeerd. Hij maakte een kind bij een los vriendinnetje en liet zich daarover trots interviewen in de lokale krant (de concurrent) als 'ongehuwde vader'. Teneur: dat kind en zijn moeder kunnen me niks schelen. Ik zocht hem op in het kraakpand waar hij woonde (een leegstaande fabriek).

Henk versloeg mij overduidelijk op mijn eigen terrein toen een boek schreef en daar zelfs een uitgever voor vond. ‘Uw zoon stierf lachend’, heette het; een soort hard-boiled politieroman. Antiquarisch is het nog steeds te koop. Hij kreeg een voorschot voor een tweede boek, dat hij echter nooit afmaakte of nooit schreef. Ongetwijfeld heeft hij het voorschot verzopen.

In 1970 trouwde ik en kort daarna verhuisden Dicky en ik uit Zaandam. Soek heb ik nooit teruggezien. Af en toe hoorde ik wel eens wat via Rob. Later moeten ze ruzie hebben gekregen. Ik heb Rob niet gevraagd waarover en hij heeft het me nooit verteld. Ik kon hem nooit terugzien zonder hem te vragen hoe het met Soek ging. Rob wist er weinig van.

En nu is Soek dood. Rob is niet naar de crematie gegaan ('ik geef voorrang aan een afspraak op m'n werk'), ik had wel gewild maar kon niet.

Op het vermoedelijke moment van zijn uitvaart heb ik in de auto een kleine toespraak voor hem gehouden.

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum