sienejansen100jrVandaag wordt Francina Schipper-Jansen honderd jaar -- en zo wil iedereen dat wel worden! Een bloemetje voor een verbazingwekkende dame, die op de kleuterschool mijn tranen droogde.

Vier jaar was ik toen ik aan de hand van mijn moeder een piepklein lokaaltje aan de Bleekersstraat op ’t Vissershop in Zaandam naar binnen liep. Een angstige ervaring, want behalve mijn neefje Herrie Roode kende ik hier niemand.

Mijn moeder liep naar een mevrouw die ‘juffrouw Jansen’ heette. Ze had donker haar, een bril en ik vond haar meteen aardig. Natuurlijk was ze al heel oud: wel dertig jaar.

Een paar dagen later was Herrie ziek. Ik raakte in paniek bij het zien van uitsluitend onbekende gezichten en barstte in huilen uit. Het duurde een tijd voordat juf Jansen me getroost had. Ze gaf me een vilten lap en een plaatje om uit te prikken. Prikken deed het ’t allerliefst en ik blonk erin uit ook. Geen kind dat zo netjes langs de lijnen prikte als ik.

Afgelopen maandag belde ik haar op. 

“Met mevrouw Schipper.”

“Dag juffrouw Jansen”, zei ik. Ik noemde mijn naam. “Ken je me nog?”

Natuurlijk, zei ze. Voor de zekerheid begon ik toch maar uit te leggen wie ik was, maar ze onderbrak me. “Ik weet het heus wel hoor”, zei ze, “en ook dat je een paar jaar geleden nog bij me op visite bent geweest.” Ze vond het hartstikke leuk als ik de volgende dag bij haar een bloemetje zou komen bezorgen.

Kleuterklas

Dus sta ik een dag later bij haar op de stoep, met een tuiltje bloemen in een vaasje, en een kaartje erbij met de tekst ‘Juf Jansen 100 jaar. Van harte!’ Ik bel aan, ze zwaait vanuit de erker. Een paar tellen later doet ze de deur open. Ja zeg, zo wil ik ook wel honderd worden. De dame met het spierwitte haar in de deuropening zou ik geen dag ouder dan tachtig schatten. Toch wordt Siene Schipper-Jansen, mijn juffrouw van de christelijke kleuterschool, vandaag, vrijdag 10 juli, wel degelijk honderd jaar. Ze woont nog helemaal zelfstandig in haar eigen huis in de Schildersbuurt, verzorgt zelf haar fleurige tuin achter het huis (‘nou ja, m’n dochter helpt me wel eens’) en ze doet haar eigen huishouden. Om de veertien dagen komt de hulp in huis een ochtendje helpen, maar het meeste doet ze zelf, inclusief stofzuigen. Aan haar geheugen, korte of lange termijn, mankeert helemaal niets.

“Kom erin”, zegt ze, “hang je jas op. Wil je koffie?” Haar handen blijven weifelend in de lucht hangen. “Hè, we kunnen geen hand geven.” Ze dribbelt naar de keuken, schenkt koffie in en legt kokoskoekjes klaar voor ons beiden.

Zo jammer van die corona, vindt ze. Nu heeft ze al drie maanden niet meer naar de kerk kunnen fietsen en ze heeft ook al drie maanden geen auto meer gereden. “Ik weet niet of ik het straks nog wel durf.” Haar verjaarsfeest viert ze in de tuin van haar dochter op het Haaldersbroek. Vanwege de corona wordt het in drieën gesplitst. Eerst voor de familie, dan voor de buurtjes, en dan nog voor andere kennissen. Drie keer vijfentwintig mensen in een ruime tent. Ze hoopt maar dat het toch gezellig word, op anderhalve meter is het niet zo makkelijk kletsen met elkaar.

Siene Jansen (“eigenlijk heet ik Francina, helaas noemden ze me altijd Siene”) begon als kleuterleidster in het lokaaltje op ’t Vissershop. “Vreselijk was het daar. Veertig kinderen in zo’n kleine ruimte, er was niet eens een speelplein.” Later werd het beter, toen de school werd ondergebracht in een lokaal bij de gereformeerde Zuiderkerk aan de Dirk de Kortestraat. De laatste dertien jaar van haar werkzame leven werkte ze bij kleuterschool ’t Haventje in de Schepenlaan, die ze naar eigen inzicht kon inrichten. 

Al 37 jaar geniet ze van haar pensioen. Haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen wonen allen in de buurt. “Ik wel nog best wat ouder worden”, zegt ze. Ja, als ik net zo honderd werd als Siene Schipper-Jansen, zou ik dat ook zeggen. 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum