Wij geloofden als gezin in Sinterklaas. Toen in de eerste klas kinderen me hadden verteld dat hij niet bestond, dat het je vader en moeder waren, en mijn moeder daarop haar uitleg had gegeven, schijn ik gevraagd te hebben: ‘maar krijg ik dan toch één cadeautje nog wel echt van Sinterklaas?’ Ja, het mysterie mocht blijven.
Sinterklaasavond op de Cardinaelstraat. Er is soep, zoiets als bij Sint Maarten, maar duizend keer zo spannend. Het wordt donker. De spanning loopt op. Tafel afruimen en intussen luisteren. Springen op de divan, de kinderen zijn niet meer te houden. Pappa bespeelde ons met steeds het hetzelfde gedrag. Sinterklaas? Nee hoor, hij wist van niks. Laten we maar eens lekker een kopje koffie gaan zetten. Wat denk jij, Els?
Er wordt op het raam gebonsd. We stormen naar de deur. Er staat een witte zak op de stoep. Dank u wel Sinterklaas! En mamma sleept ons snel het huis weer in. Zo, deur dicht. Later, toen mijn opa ziek werd, moest pappa na het eten altijd hoog nodig even een brief posten. En verdomd, hij was nog niet weg of – daar werd op de deur gebonsd! De witte zak stond weer op de stoep. Sinterklaas is geweest! Pappa komt terug en zou nu graag wel een kopje koffie lusten. Zal ik eens koffie gaan zetten, Els? O Marcus doe niet zo vals, giechelt mijn moeder. Gejoel. Nou, dat moesten we misschien toch maar eens – en de meute barst los, rennend, de trap op, de ladder op, naar zolder, waar we bergen cadeaus aantreffen. Bergen! Teilen, koffers, dozen – een zolder vol. Dat was het hoogtepunt, die bergen. In Sinterklaaspapier. Iets beters zie je je leven lang niet meer.
En dan werden het cadeautjes, en dan werden het spullen. Mamma deelde kartonnen dozen uit om de ladingen nieuw bezit in op te bergen. Maar de volgende ochtend was je rijk, want je had twee hele chocoladeletters om van het kluiven. Van Simon de Wit. Ik had een M en een B. Dik, vierkant en rond.
Pappa vertelde later, toen hij al oud was: hij zag Sinterklaas op straat, en het kon niet anders of hij moest hem groeten. Dag Sinterklaas, had hij gezegd.
Marisca Milikowski-Bakker