bertummelen

Aanvulling: Bert Ummelen is 18 juni overleden.

Vijf pareltjes in een kleine uitgave. Veelschrijver Bert Ummelen publiceert in het aangezicht van de dood zijn eerste bundel verhalen. “Ik zal tenminste als schrijver sterven.”

Onwillekeurig maak je vergelijkingen tussen de hoofdpersonen uit de vijf korte verhalen die Bert Ummelen schreef voor zijn eerste bundel Melancholia en de stervende schrijver zelf. Wie lijkt op hem? Zit in elk verhaal een deel van zijn persoonlijkheid verborgen en zo ja, welk deel?

Het is in dit geval gerechtvaardigd die vragen te stellen. Ummelen schreef dit boekje niet voor de lol, maar, zoals hij op de flaptekst schrijft, om ‘zichzelf wat af te leiden van de zorgen en het ongerief waar het leven van een kankerpatiënt nu eenmaal vol mee zit’. Bert Ummelen (1948) is een veelschrijver, maar tot nu toe uitsluitend als journalist. Hij was adjunct-hoofdredacteur van De Gelderlander, correspondent in de Verenigde Staten en publiceerde, ook na zijn pensionering, in tal van bladen, vooral over gezondheid. De bundel Melancholia is zijn eerste non-fictie. “Ik zal tenminste als schrijver sterven”, zegt hij er een beetje cynisch over.

Vijf korte verhalen, vijf pareltjes in een klein boekje dat wordt uitgegeven door de Nijmeegse boekhandel Roelants, lokaal bekend onder de mooie naam De Oude Mol. Verhalen vol melancholie — de titel is zeer toepasselijk. Ze gaan bijna alle over mensen die het niet echt gemaakt hebben in het leven of, als dat wel zo is, vooral hebben moeten leren leven met de rafelranden die het verleden heeft nagelaten. 

‘Meneer Castelein’, het eerste verhaal, gaat over een man die na een gemiste loopbaan als leraar wordt aangenomen bij een krant als dimafonist. Hij moet de teksten intikken die verslaggevers vanuit verre plaatsen doorbellen; teksten ‘waarvan zelfs de komma’s en punten hem worden voorgekauwd’, maar uiteindelijk een roemloze baan als portier accepteren. Als zijn vrouw overlijdt, heeft meneer Castelein, ‘die zich graag een zeeman voelt maar in werkelijkheid een huismus is’, geen thuis meer en gaat hij op het water wonen om daar ten slotte ook te verdwijnen.

Al net zo eenzaam wordt Martha, de hoofdpersoon van het tweede verhaal, ‘Amerika’. Als haar man overlijdt, zoekt ze in de VS haar zoon op die vooral bezig is met zijn wetenschappelijke carrière en zijn trophy wife, voor wie hij zijn eerste vrouw en ook zijn zoon in de steek heeft gelaten. Geheel tegen de verwachting van de lezer in, komen moeder en zoon nader tot elkaar. ‘Heeft ze zich met Marc willen verzoenen om zich met de dood van [haar man] Jacob te kunnen verzoenen? Is dat de betekenis van haar Amerikareis geweest?’

‘Sprinkhaan’ is het enige verhaal dat in de ik-vorm is geschreven. Sprinkhaan is de bijnaam van de slungelachtige hoofdpersoon, die nauwelijks wordt geaccepteerd door zijn ouders. Hij krijgt zelfvertrouwen als hij het mooiste meisje van de klas aan de haak slaat, en heeft een succesvolle loopbaan in de reclame. 

Het langste verhaal, ‘Hiawatha’, gaat over twee bevriende stellen en hun onderlinge relatie. De ene man maakt een kind, wat hij eerst nooit wilde, de andere gaat op zoek naar zijn vader en zijn joodse verleden, een vrouw voert intellectuele gesprekken met een aanbidder. Gesprekken die eerst oppervlakkig zijn, krijgen een lading. 

‘Het einde van Broer Konijn’ ten slotte is een fabel: een konijn dat voelt dat hij gaat sterven, vraagt andere dieren om raad hoe dat moet.

Onwillekeurig zoek je naar Bert Ummelen in die vijf verhalen. Natuurlijk schemert hij erin door. Natuurlijk staat het zoeken naar de zin van leven en dood centraal in de vertellingen. Maar ze gaan over veel meer dan over de schrijver alleen. Het zou jammer zijn het antwoord op die vragen alleen bij hem te leggen. Hij reikt gedachten aan waar de lezer veel verder mee komt dan te denken over de auteur alleen. 

Het zijn verhalen vol weemoed, zoals iemand die aan het einde van zijn leven staat,  vol melancholie  terugkijkt. Over wat gedaan is en wat niet gedaan is. De hoofdpersonen in Ummelens verhalen ondergaan het leven en het lijden ten volle, maar zien niet om in wrok en zijn geen losers. Ummelen schrijft daar heel mooi over. Alleen wij zijn degenen die achterblijven met iets van spijt — spijt dat hij ons niet veel meer van dit soort verhalen kan schenken.

 

Het omslagontwerp is van Annelies Schoth, die ook een fraaie illustratie maakte bij elk verhaal.

Hubertus Johannes Ummelen is 18 juni j.l. overleden.

 

bertboek0006‘Melancholia’, door Bert Ummelen, uitgave van Boekhandel Roelants, Nijmegen. 114 pagina’s, €15,00. Het boek is te bestellen via de website van Roelants.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

bumm vk smallIn Memoriam in de Volkskrant, gewijd aan Bert Ummelen (klik op foto voor leesbare scan) 

 

 

 

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum