beuskever3Veel verdienen deden we niet, de jonge knapen die de aanstormende redactie van de Amersfoortse Courant/Veluws Dagblad (AC/VD) uitmaakten, begin jaren zeventig. Maar belangrijk was dat niet: we stonden op de drempel van een glanzende toekomst.

Deuren zwaaiden open voor ons, de heren van de pers. We waren net getrouwd, of druk bezig de liefde van ons leven te ontdekken. En de welvaart van het naoorlogse Nederland wierp zijn schaduwen vooruit. Geen brommer meer voor ons. In de Snouckaertlaan, bij het kleine krantengebouw van waaruit wij de regio coverden, stonden onze bolides geparkeerd. Voor sommigen waren die belangrijker dan voor anderen. Puck Wagenaar tufte over de Veluwe en naar zijn huis in Hoevelaken in een rode Eend 2Cv4. Vaak stond die bumper aan bumper geparkeerd naast die van mij, je moest op de nummerborden letten, anders zou je misschien in de verkeerde stappen. Chef Jos Bouten van de stadsredactie reed in een nogal burgerlijke Citroen Ami, één klein stapje voorbij de Eend.

De fotografen in stad en streek hadden snellere auto’s nodig die hen van hotspot naar brandhaard reed. Wij verslaggevers namen onze tijd om rustig naar de brand te rijden, maar de fotograaf moest er op tijd zijn voor de plaat. Brand Overeem reed in een snelle Fiat 124 van Harderwijk naar Nijkerk en van Leusden naar Barneveld, alle bochten onderweg – en er waren heel wat bochten onderweg – zo kort mogelijk nemend. 

beuskever4

Leerling-verslaggever Willem Beusekamp van de stadsredactie kocht van zijn eerste bescheiden salaris een Saab, die al snel te duur werd, maar wel zijn collega Theo Jongedijk verleidde tot de aanschaf van een minstens zo dure Volvo Amazon, die hem zo ongeveer aan de bedelstaf bracht. Hans Hoefkens, ook van de stadsredactie, voelde zich meer aangetrokken tot het alternatieve circuit en kocht bij de beunhaas van collega Jongedijk een tweedehands Eend, die helaas bij thuiskomst onder een dikke laag tectyl tal van gebreken bleek te bevatten. Beusekamp deed zijn Saab weer snel van de hand en schafte zich een meer bescheiden zesdehands Fiat Cinquecento aan, inclusief handgas, die echter na een tijd ook uit elkaar begon te vallen.

Ten slotte viel zijn keus op het model waarin de halve redactie reed: de Eend. Hoewel hij als leerling-journalist niet meer dan een zakcentje verdiende – nog veel te veel, volgens hoofdredacteur Keimpe Koopmans, die hem na een paar jaar de laan uit stuurde – had hij inmiddels genoeg gespaard om zich de aanschaf van een nieuwe te kunnen permitteren. Maar hij eiste wel een kleur die niet voorkwam in het gamma van Citroën. Eigenzinnig als hij was, liet hij zijn gloednieuwe Eend zelf opnieuw spuiten, zodat hij de enige Citroën-rijder op het continent werd die in een pikzwarte 2CV rondreed.

De kat van Beusekamp reed dagelijks op de hoedenplank mee van Utrecht naar Amersfoort


Toen zijn nieuwe bezit uitgeleverd zou worden, bedacht hij een creatieve manier om zich te ontdoen van zijn oude Volkswagen Kever, waarvan de sloopwaarde niet veel meer dan een paar tientjes bedroeg. In bier vertaald, zoals we in die dagen meestal deden, net genoeg om drie rondjes van te geven. (De Kever was trouwens tevens het tweede huis van zijn kat, die hij dagelijks op de hoedenplank meenam van zijn woonplaats Utrecht naar de redactie in Amersfoort.)

Laten we er dan maar wat lol van hebben, vond Willem. Besloten werd hem helemaal aan flarden te rijden in Den Treek, het bos ten zuiden van Amersfoort. Een paar collega’s, onder wie ik, vergezelden de Kever op zijn laatste reis. Ook Willems vriend Ilja Gort was erbij. Diens vader, Klaas Gort, was inspecteur bij de AC en had Willem met zijn zoon in contact gebracht. (Ilja was drummer bij de Haagse groep After Tea. Voor de weekendbijlage van de krant schreef Willem een hele pagina vol over hem. Jaren later maakte Gort carrière in een heel andere richting: hij werd succesvol componist van reclame-jingles en nadien wijnboer in Frankrijk, met een eigen tv-programma voor omroep Max.)

Een laatste rustplaats in de zandafgraving bij de Stichtse Rotonde


Het valt niet mee een auto kapot te rijden. Je kunt hem niet met volle vaart op een boom laten knallen als je er zelf in zit. Dat deden we dan maar heel voorzichtig. Veel meer dan een ingedeukte motorkap en dito bumper leverde dat niet op. Handmatig sloopten we de portieren eruit en we probeerden de ruiten stuk te slaan. Het viel allemaal een beetje tegen.

Ten slotte besloten we hem over een rand te duwen van de zandafgraving nabij de Stichtse Rotonde, zodat hij meteen een mooie laatste rustplaats zou hebben. Ook nog vrij ingewikkeld en riskant, maar uiteindelijk lukte het. De Kever gleed over de rand en viel een aantal meters naar beneden. Toen dat volgens plan was gelukt, kwamen we oog in oog te staan met een verbolgen gemeentebeambte, die ons sommeerde om de VW op legale wijze af te voeren. We moest praten als Brugman en uiteindelijk mochten we het wrak in de krochten van de zandafgraverij achterlaten. Tevreden reden we in onze eigen auto naar huis.

 

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum