jelte-teunis-meintje

Meintje zal zich als volwassen vrouw niet veel hebben kunnen herinneren van haar jeugd in Friesland.

Ze werd geboren in de kleine kosterswoning van de gereformeerde kerk in Echtenerbrug. Kort daarna verhuisden haar ouders Jelte en Aukje, met hun kinderen Teunis en Meintje, naar een woning een paar honderd meter verderop, aan de Pier Christiaansloot.

In 1913 solliciteerde ‘Heit’ Jelte met succes bij de gemeentepolitie van Zaandam. De verhuizing naar Noord-Holland was een hele reis voor het gezin, die ze ongetwijfeld, met hun schamele bezittingen, gemaakt hebben met de Lemmerboot. Om twaalf uur ’s middags vertrok die uit Lemmer, richting Amsterdam. Halverwege de tocht kwam het veer de tegenligger tegen, die op hetzelfde tijdstip uit Amsterdam was vertrokken richting Lemmer. Maar ook van die reis zal Meintje, twee of drie jaar oud, zich niet veel hebben kunnen herinneren.

Friesland leerde ze pas later kennen. Elk jaar maakte het gezin wel een reis naar ‘it Heitelân’. Meestal naar Oosterzee, vlak bij haar geboorteplaats Echtenerbrug. In Oosterzee, aan de Gietersevaart, woonden haar tante Aaltje en ‘omke’ Marten, en niet te vergeten haar ‘Beppe’, Meintje van der Sluis, de oma op wie zij gek op was en naar wie zij was vernoemd.

Meintjes leven en werken speelde zich af in Zaandam en de omliggende dorpen. Na haar lagere school werkte ze onder meer bij dokter Meuris in Koog aan de Zaan. Ze zal af en toe een dagje naar Amsterdam zijn geweest voor nieuwe kleren, want kledingmagazijnen waren er niet veel in de Zaan. Maar meestal maakte ze haar nieuwe kleren zelf: een lapje stof op de markt was een stuk voordeliger dan een jurk uit de winkel, en Mein was erg vaardig met naald en draad.

Met Pinksteren 1931 [check] kreeg ze verkering met Tinus Rep. Die was – weinig succesvol – reiziger in koek, banket, pudding en andere artikelen. In tegenstelling tot zijn aanstaande zwagers had hij geen vak geleerd, maar dat werd goedgemaakt door zijn bravoure en zijn auto. Hij kende de weg in Amsterdam en had ook klanten in Friesland. Daar heeft hij zijn aanstaande schoonvader wel eens mee naar toe genomen. Met Meintje zal hij vast een aantal keren naar Amsterdam zijn gegaan; een ritje van minder dan een half uur, onderbroken door een soms lange wachttijd voor het pontveer bij de Hembrug of bij het Tolhuis in Amsterdam-Noord.

Een serie foto’s, gemaakt in Utrecht, getuigt van een bijzondere reis. Met haar verloofde, haar oudste broer en schoonzusje Marie Valk maakte Meintje een uitstapje naar Utrecht. Teun fotografeerde het groepje tijdens dit uitstapje een aantal malen, met op de achtergrond de beroemde Domtoren.

Toen Meintje en Tinus getrouwd waren, was er niet veel geld voor vakanties. Er kwamen kinderen, die geld genoeg kostten. Simon werd geboren in 1936. De tweede, Jelte, kwam toen de Duitse bezetting van Nederland net was begonnen. Ik kwam een jaar na de oorlog en mijn eerste herinneringen aan vakanties waren die in vakantiekamp Bakkum. Een hele week in een tenthuisje, dat gehuurd werd van kennissen of vrienden. Het was een treinreis van een halfuur van station Koog-Bloemwijk naar Castricum. Meintje zat haar rieten koffertje op schoot, terwijl ik mijn neus platdrukte tegen de ruiten tot ik eindelijk de ‘Dutch Mountains’, de duinen in de verte, ontwaarde. Daarna gingen we met de bus naar de ingang van het tentenkamp. Dat was maar een korte tocht, maar er stond een lange rij wachtenden voor de bus, die allemaal naar het tentenkamp wilden. Zaterdag, de dag dat onze vakantie begon, was immers de wisseldag op kamp Bakkum.

Simon reisde met schoolvrienden naar Zwitserland en Jelte liftte met zijn vriend Frits de Bruyne door België en Duitsland. Ik maakte in 1960 mijn eerste buitenlandse reis, helemaal naar het stadje Bouillon, in Belgisch Luxemburg, diep in de Ardennen.

Toen wij deze reizen maakten, was Meintje al een paar jaar overleden. Ik weet wel bijna zeker dat zij nooit een stap over de grens heeft gezet. Noord-Holland, Friesland en Utrecht, zo groot was haar wereld.

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum