siem-lize-diamantIn de Rosmolenbuurt in Zaandam vond gisteren een Rozema-wandeling plaats. De familie heeft er veel voetstappen liggen. Voor het voormalige huis van mijn opa en oma Rep vertelde ik onderstaand verhaal over mijn herinneringen aan hun zestigjarige bruiloft. 

Op zondag 20 september 1957 was het groot feest op deze plek. In dit huis, Rosmolenstraat 46, vierden mijn opa en mijn oma Rep hun zestigjarige echtvereniging.

Het was een gebeurtenis waar de hele straat naar had uitgekeken. Simon Rep en zijn vrouw Elisabeth waren bekende verschijningen. Siem, bijna 84 op dat moment, kwam niet veel buiten, maar als dat het geval was, was het net alsof een zeilschip uitvoer. Lise, vier maanden jonger dan haar man, had er heel wat werk aan.

Eerst werd het invalidenwagentje, dat in een hokje achter het huis stond, in gereedheid gebracht. Mijn opa kon nauwelijks nog lopen. De voormalige binnenschipper zat al vele jaren noodgedwongen thuis, geveld door de rimmetiek, zoals men dacht; pas tegen het einde van zijn leven zou blijken dat een foute diagnose was gesteld en dat hij een hernia had.

Als het karretje klaar stond, kon mijn opa er langzaam naar toe lopen, met behulp van een looprek, een verre voorouder van de rollator. Amechtig ging hij erin zitten. Op frisse dagen knoopte oma een dekzeil om zijn benen. Als het mooi weer was, mocht ik tussen zijn voeten plaats nemen.

opakarretje2Daarna zette oma haar hoed op en begon ze het karretje te duwen. Mijn opa zelf hielp ook mee door met zijn handen stangen op en neer te bewegen, die een ketting in werking zetten. Volgens Jelte kon hij in zijn betere jaren ook in zijn eentje de Rosmolenbuurt doorkruisen, waarbij hij soms vervaarlijke snelheden behaalde en menig weggebruiker de stuipen op het lijf joeg.

In de maanden voorafgaand aan hun diamanten bruiloft was het idee geboren voor een zeer kostbaar en bijzonder cadeau: een televisietoestel. Het beoogde apparaat, uiteraard een Philips, kostte meer dan zeshonderd gulden. Dat was een kapitale som, zeker in die tijd en zeker voor opa en oma Rep. Zij gingen dat jaar voor het eerst van Drees trekken en, niet onbelangrijk, ze verdienden een zakcentje bij door met een kleine toeslag rookwerk aan buurtbewoners te verkopen van Sigarenmagazijn Rep, ‘Ook voor Dames’. Ieder dubbeltje en kwartje dat opzij gelegd kon worden, verdween in een spaarpotje. Zo liet opa zijn bijna kale kop elke maand aan huis knippen. Normaal kostte dat een gulden, maar in verband met het naderende feest zag de kapper af van zijn beloning: “Doet u het maar in het potje voor de tullevise.”

Eindelijk was de dag van het feest daar. In de woonkamer van mijn opa en oma werden tafels aan elkaar geschoven. Er was limonade en koffie, er waren sigaren en sigaretten, Lise, mijn oma, had haar beroemde tulband gebakken in haar wonderpan.

De aanwezigen kregen na de koffie bovendien een lunch aangeboden. In die tijd heette dat nog gewoon een broodmaaltijd, ook wel ‘broodje eten’.

Voor mij zou dat het hoogtepunt van het feest worden en daarom had ik mij goed voorbereid. Een paar weken eerder was mijn vader langs gegaan bij zijn beste vriend, zijn zwager en zijn neef aan de Bleekersstraat, die allen in één persoon verenigd waren: mijn oom Herman. “Herman”, had hij tegen mijn oom gezegd, “kun jij niet een feestelijk gedicht bedenken dat Martin kan voordragen?”

Dat kon hij best. Mijn oom Herman was de feestdichter van de familie. Er kon geen gelegenheid voorbij gaan of hij rijmde erop los. Bovendien kende hij mijn opa en oma wel, want zij waren oom en tante van hem. Enkele dagen later kwam hij de bestelling bezorgen en kon ik het feestlied uit mijn hoofd gaan leren.

Op het hoogtepunt van de broodmaaltijd moest ik gaan staan en begon ik het te declameren:

Opa, oma, ‘k vind het fijn
Dat het feest is, ook voor mijn.

De beginregels heb ik na bijna zestig jaar nog altijd in mijn hoofd zitten, de rest helaas niet. Maar het was een succes, alle ooms en tantes klapten luid. Tante Nel onderbrak er zelfs even het schillen voor van haar perzik, een prachtige vrucht met een fluwelen velletje die ik nog nooit had gezien maar die, zo begreep ik, natuurlijk niet voor kinderen was bedoeld.

martin rosmolen

Gelukkig had mijn oma iets heel speciaals voor me bewaard. In een zijkamertje had zij, op het logeerbed, de doos met gebak staan, die voor de visite was bedoeld. Normaal waren de kinderen als allerlaatsten aan de beurt om te kiezen, na alle ooms en tantes en andere visite. Maar voor mij zou ze een heel bijzonder gebakje opzij zetten. Het zag eruit als een paddenstoel, met een prachtige, glimmende rode hoed met witte stippen erop.

In de loop van de middag was het eindelijk zover dat ik er mijn tanden in mocht zetten. Het was een diepe teleurstelling. In plaats van heerlijke slagroom bestond de vulling uit goedkoop, smakeloos schuim. De steel van de paddenstoel stond op een taai koekje.

Maar dat heb ik mijn oma nooit durven vertellen, daarvoor hield ik te veel van haar.

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum