doskampioen29Twintig jaar lang heb ik in Nijmegen gewoond. Vlak naast het stadspark de Goffert -- een plaats waar historische gebeurtenissen plaatsvonden. Zoals het landskampioenschap van DOS in 1956, het enige dat DOS en de legendarische keeper Frans de Munck ooit zouden behalen. 

fransdemunck fortuna

‘De Goffert is mijn achtertuin”, zei ik trots tegen onze familie uit Zaandam, die een dagje op bezoek was om te kijken hoe wij erbij zaten in Nijmegen. Het Goffertpark  liep je zo binnen als je onze wijk uit was. Een bos met lange lanen, parkbeplanting, glooiende weiden, vijvers, stadsboerderijen en een amfitheater. Er vonden popfestivals plaats, elk jaar op koninginnedag was er vrijmarkt en elk jaar sloeg circus Renz er zijn tenten op. Maar de grootste attractie bevond zich in het hart van het stadspark. Dat was het stadion van profclub N.E.C.

Als de wind een beetje goed stond, konden we in onze tuin het scoreverloop volgen als N.E.C. thuis speelde. We hoorden het publiek joelen en juichen en voordat Teletekst meldde dat er gescoord was in de Goffert, wisten wij het al. Een bevriend stel uit een stil dorpje uit Denemarken trakteerden we een keer op een wandeling door het stadsbos tijdens een thuiswedstrijd van N.E.C. tegen FC Utrecht. Hun mond viel open bij het zien van de rijen ME-busjes die geparkeerd stonden op de weg langs de Goffert en de met schilden, helmen en wapenstok getooide ME’ers die klaar stonden om de ‘voetballiefhebbers’ op te vangen na de wedstrijd. Blaffende herdershonden droegen hun steentje bij aan de grimmige sfeer. “En dan spelen ze niet eens tegen buurclub Vitesse”, zei ik tegen Kirsten en Bjarne. “Dan durf ik hier echt niet te lopen.” 

Twintig jaar in Nijmegen gewoond, hemelsbreed net een kilometer van de poort van het Goffertstadion en daar toch maar twee keer naar binnen gelopen. Oudste dochter was supporter van Ajax en greep graag de gelegenheid aan om tijdens een bezoekje aan haar ouders haar favoriete club ook eens buiten de Watergraafsmeer aan het werk te zien. Ik meen dat Ajax beide wedstrijden met 2-0 won, ondanks de hooggespannen verwachtingen van de N.E.C.-aanhang.

doskampioen27

Twee keer slechts in twintig jaar — en toch had de Goffert voor mij een magische klank sinds zich hier in 1958 een historische strijd had afgespeeld, die in mijn geheugen stond gegrift. In de ‘Oven van de Goffert’, bij temperaturen die opliepen tot boven de 40 graden, vond hier toen de beslissingswedstrijd plaats om het kampioenschap van Nederland. Het maakte diepe indruk op mij. Nog niet zo lang geleden had ik de nationale voetbalcompetitie ontdekt. Bij Monty-kauwgom kreeg je gratis foto’s van voetballers. De mooiste waren die van Fortuna ’54 met keeper Frans de Munck, die eruitzag als een kat en die dan ook de Zwarte Panter werd genoemd. De Munck leek niet alleen op een filmster, hij wàs een filmster. Maar nu was Frans de Munck voor liefst honderdduizend gulden gekocht door DOS uit Utrecht, het hoogste bedrag dat in Nederland ooit voor een voetballer was betaald. 

Piet Kruiver had met mijn broers weleens een partijtje gespeeld in de Vioolstraat


Ik was twaalf jaar oud. Via De Zaanlander en De Typhoon volgde ik het verloop van de competitie. De race om het kampioenschap speelde zich voornamelijk af tussen DOS (met Frans de Munck dus) en Sportclub Enschede (met de legendarische Abe Lenstra, die zijn Friese Heitelân had verruild voor Twente). De foto’s van eredivisiespelers plakte ik in mijn voetbalschrift. Ik schreef er belangrijke informatie bij, zoals opstellingen. Bij Piet Kruiver, de middenvoor van PSV en het Nederlands Elftal, zette ik ‘ex-KFC’. Hij had met mijn broers wel eens een partijtje gespeeld in de straat waar ik geboren was, de Vioolstraat in Koog aan de Zaan.    

DOS en Enschede hadden het seizoen afgesloten met hetzelfde aantal winstpunten: 42. Weliswaar had DOS een beter doelsaldo (+32 tegen +27), maar dat legde blijkbaar geen gewicht in de schaal. Er moest een beslissingswedstrijd worden gespeeld. De besturen van beide clubs kwamen overeen dat die in Nijmegen, ergens halverwege Utrecht en Enschede, gehouden zou worden. 

doskampioen28Vanuit Enschede en Utrecht stroomden de supporters naar Nijmegen. Met de auto, trein of bus, sommigen zelfs op de fiets. Politie was alleen nodig om de verkeersstroom in goede banen te leiden. Om de Goffert stonden geen hordes ME’ers met blaffende honden paraat. Groepen DOS- en Enschede-fans die elkaar, op weg naar Nijmegen, ontmoetten op de Waalbrug, gaven elkaar een hand. Supporters van beide clubs zaten door elkaar heen op de tribunes.

Het stadion van N.E.C. zag er heel anders uit dan nu. Tussen tribunes en voetbalveld bevond zich een betonnen wielerbaan. In het stadion konden wel 33.000 mensen plaatsnemen. Ter gelegenheid van de beslissingswedstrijd werden tegen de wielerbaan extra tribunes gebouwd; zo werd de capaciteit nog aanzienlijk vergroot. Het stadspark was in de crisistijd van de jaren dertig met bloed, zweet en tranen van werklozen, onder wie tallozen die dergelijk zwaar handwerk helemaal niet gewend waren. Aan deze donkere periode herinnert tegenwoordig een monumentale spade die in het park is opgericht. Het stadion lag ook echt in een uitgegraven kuil. Dat zal de hitte op die junidag in 1958 nog vergroot hebben. Er was geen sprake van een frisse wind die voor verkoeling kon zorgen.

dosajax1958Journalist/programmamaker Ad van Liempt is drie jaar jonger dan ik. Hij was in datzelfde seizoen 1957-’58 in de ban van het voetbal geraakt. Op een zondag mocht hij met zijn zus Miep mee die zodoende kans zag op een geheime ontmoeting op de tribune van DOS met haar vriend. Voor Ad was dat het begin van een levenslange liefde voor DOS, dat die dag Ajax met liefst 5-1 versloeg. Vijftig jaar later reconstrueerde hij dit historische seizoen van zijn club, wat leidde tot een alleraardigst boek, ‘DOS, het wonder van Utrecht’. Hij laat alle wedstrijden herleven en volgt ook de wedstrijden van het Nederlands Elftal, hoewel de steeds maar scorende linksbinnen van DOS, Tonny van der Linden, vrijwel nooit wordt geselecteerd door bondscoach Elek Schwartz. Hij krijgt geen kans tussen Faas Wilkes en Abe Lenstra. Het hart van de verdediging van Oranje bestaat wel uit DOS-spelers: stopperspil Hans Kraay, net 21 jaar oud, en uiteraard de Zwarte Panter, De Munck.

De Munck was dat seizoen bepaald niet de minst gepasseerde keeper: 52 keer; meer dan de doelwachters van Ajax (Eddy Pieters Graafland, 44 keer), SC Enschede (Jan van de Wint, 48) en MVV (50). Maar De Munck, die jaren beroepsvoetbal had gespeeld in Duitsland toen de KNVB nog alleen amateurvoetbal toestond, bracht wel professionaliteit in het team. Dat was een belangrijk fundament onder het ‘wonder van DOS’. Mede dankzij De Munck legde DOS bij de training het accent op conditie. Dat zou in de loodzware finale van het seizoen, die hete dag in de Goffert, van doorslaggevend belang blijken. DOS ging ook een paar dagen voor de wedstrijd in trainingskamp — ongehoord in 1958. 

Het landskampioenschap van DOS is het enige dat ooit te vieren is geweest in de Goffert


Het was veel te heet voor een voetbalwedstrijd, schrijft De Telegraaf. DOS ging zuinig om met zijn energie. Al snel werd duidelijk dat Lenstra, die niet alleen bekendstond als een geniaal maar ook als een luie voetballer, er door de hitte niet veel van bakte. Het bleef 0-0, de wedstrijd werd verlengd. Het wachten was op de ’sudden death’, de ‘golden goal’. De eerste verlenging van zeveneneenhalve minuut ging zonder doelpunt voorbij. De tweede ook. Pas na vier minuten in de derde verlenging was het zo ver. Ad van Liempt citeert de Volkskrant:

‘Temidden van drie wanhopig tegenspartelende Enschede-verdedigers […] dwong de 25-jarige aanvoerder van DOS de weerbarstige bal, die hem door linksbuiten Cor Luiten met veel effect was toegeschoven, beurtelings met het hoofd en de voeten tot rust. En terwijl niemand van de 38.000 verhitte toeschouwers geloofde dat de beslissing nabij was, loste deze Utrechtste voetbalartiest een verraderlijk laag schot dat zich langs de vingertoppen van de verbijsterd duikende keeper Van de Wint als een garnaal in de doelhoek boorde.’

DOS is kampioen. Voor de eerste, en ook voor de laatste maal in zijn bestaan.

(lees verder onder filmpje)

Samenvatting DOS Utrecht - SC Enschede

https://www.youtube.com/watch?v=EJI7UQGOuLg

Het landskampioenschap van DOS is het enige dat ooit te vieren is geweest in de Goffert. N.E.C. zelf bracht het nooit verder dan een vijfde plaats in de eredivisie. Die hete dag in 1958 leeft ook niet voort in de collectieve herinnering in Nijmegen. In 2008, vijftig jaar na de ‘slag in de Bloedkuul’, probeerde ik mijn collega's van de sportredactie van De Gelderlander enthousiast te maken voor een mooi verhaal, met als extra argument dat het ’t enige landskampioenschap is dat Arnhemmer Frans de Munck ooit heeft mogen vieren. Het idee werd positief ontvangen maar nooit uitgewerkt.

doswonder

Stadion de Goffert is in 2000 feestelijk heropend na een rigoureuze verbouwing. Weinig herinnert meer aan de ‘Bloedkuul’ van 1958. Het telt nu 12.500 comfortabele zitplaatsen en is nog altijd een van de mooiste voetbaltempels van Nederland. Dichtbij is een nieuw NS-station geopend, Nijmegen Goffert, op loopafstand van het stadion. N.E.C. heeft een trouwe aanhang. Het is nog altijd door het stadspark een mooie wandeling naar het stadion, dat er beter uit ziet dan ooit. Er is een fanshop, een restaurant, een trainingscomplex, er zijn skyboxen — geen moderne voorziening ontbreekt. Maar als de geesten van Frans de Munck, Tonny van der Linden of Hans Kraay er nog rondzwerven, zullen ze tevergeefs zoeken naar herkenningspunten. Zelfs geen schildje herinnert aan het ‘wonder van Utrecht’, dat nu eenmaal niet ‘het wonder van Nijmegen’ is. 

  • Dit is deel 1 van een korte serie over het Nijmeegse stadspark de Goffert. Volgende aflevering: The Rolling Stones

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum