berend-sint

Zwarte Piet of Stroopwafelpiet? Niks geen Piet. Weg ermee!

Eén keer van mijn leven ben ik Zwarte Piet geweest. Ik was vijftien, waarschijnlijk veel te oud daarvoor. Maar Ria, de verkering van mijn oudere broer Jelte, had geen andere Piet beschikbaar op haar kleuterschooltje. En daar zat ik dan opeens, pikzwart geschminkt, een roe in mijn hand, naast Ria’s zwager Piet (!) de Graaf, die voor sint speelde. Ik keek een beetje naar de grond en voelde me ongemakkelijk. Ik sprak zwartepietentaal, met dikke rollende r’s: “Ja Sinterrrklaas, nee Sinterrrklaas.”

zwartepiet

Gelukkig wist Ria beter dan ik wat van een Piet wordt verwacht, ze trok de roe uit mijn hand en dwong me zodoende tot een vrolijk spelletje pak-me-dan-als-je-kan. Die avond heb ik heel lang onder de douche moeten staan om het zwarte spul van m’n gezicht te krijgen. Boter helpt om het eraf te krijgen, zei Ria.

Het sinterklaasfeest vroeger thuis was spannend. Met mijn broers werd ik opgesloten in de keuken, het licht ging uit en we gingen zingen. Tot een tik op de deur aangaf dat het zover was. Hoe snel ik de deur ook open rukte, nooit betrapte ik Sint of Piet in de gang. In de kamer zaten m’n vader en moeder hoofdschuddend de groeiende stapel cadeautjes te bekijken. “Droom ik niet, droom ik niet?”, riep ik uit, verbijsterd over zoveel goedheid. Met Simon fietste ik op een koude novemberdag naar de Dam in Amsterdam, waar we uren wachtten voordat we burgemeester D’Ailly de goede Sint welkom zagen heten in zijn stad, en we de lange optocht bewonderden.

Het begon verkeerd te gaan tussen mij en Piet toen het geloof verdween en ik voortaan zelf cadeautjes, rijmpjes en vooral surprises moest maken. Ik kon rijmen en dichten zonder mijn hemd op te lichten, maar surprises maken vond ik paarlen voor de zwijnen. Mijn Dicky vond het heerlijk, ze maakte de mooiste frutsels voor me, zoals een keer een prachtige Talbot Rancho, de enige auto die we ooit hebben gehad waar we alle twee verliefd op waren. Maar ik kwam niet verder dan een cadeautje inpakken in zoveel mogelijk papier.

dicky-sint

Het sinterklaasfeest met de kleinkinderen vind ik net zo heerlijk als enkele tientallen jaren eerder met onze eigen kinderen. Alleen zou ik willen dat het na één cadeautje afgelopen was. Blij verrast pakken de kleintjes het eerste pakje uit, ze gaan met het moois spelen maar worden daarna afgeleid door nog een pakje, nog een, nog een, tot ze na een tijdje vanzelf gaan stuiteren van de adrenaline.

Ondertussen is een brede maatschappelijke discussie op gang gekomen over racisme en Piet. Waarom houden Nederlanders zo star vol aan hun ‘volksfeest’, dat in de huidige vorm nauwelijks honderd jaar oud is? Omdat ‘ze’ al zo veel van ons afpakken natuurlijk: op straat hoor je nauwelijks nog Nederlands, in de moskee worden bomgordels in elkaar geknutseld, waar vind je tegenwoordig nog een goede timmerman en straks moeten we ook nog het Suikerfeest gedogen. Nee, wij willen in plaats daarvan ons suikerbeest van een zwarte Zwarte Piet, liefst met met een lekkere rollende r, en pech voor onze donkere Nederlanders die zich daarbij hoogst ongemakkelijk voelen, hadden ze maar in hun warme land moeten blijven, toch?

Ik vermijd de winkels in deze tijd van het jaar het liefst zo veel mogelijk. Ik krijg jeuk van die sinterklaasliftmuziek. Misschien is het fout gegaan destijds op dat kleuterschooltje van mijn lieve schoonzus. Ik heb dagen met zwarte oren rondgelopen in Zaandam. Hoe vaak ik ze ook met boter invette.

Copyright © 2015-2024 Studio Martin Rep Bussum