Binnenkort komt een einde aan een bijzonder stukje vaderlandse geschiedenis. Het gerenommeerde restaurant Fu-Hing, waar de Achterhoek niet alleen kennismaakte met dim sung maar ook met het aloude Aziatische spel mahjong, sluit de deuren. Tijd voor een verslag van een bijzondere avond in Varsseveld, zestien jaar geleden.
Het was een redelijk frisse, maar ook zonnige dag geweest, woensdag 15 oktober 2003. Toch was het al bijna donker toen we tegen halfzeven op het Kerkplein in Varsseveld uit de auto stapten. Onze gasten uit Taiwan, Dragon Chang en zijn vrouw Lynn, keken nieuwsgierig om zich heen. “Beautiful village”, zei Dragon terwijl hij een blik sloeg op het oude kerkje. Maar daar waren we niet voor gekomen. We stevenden recht op de voordeur af van het Oosters Specialiteiten Restaurant Fu-Hing. Want we waren vanuit Nijmegen naar dit plaatsje in de Achterhoek gereden om onze gast Dragon Chang te laten zien dat er zelfs hier, in dit afgelegen stukje Nederland, mahjong werd gespeeld.
Over mahjong heb ik vaker geschreven. Ik ga het dan ook niet opnieuw uitleggen. Voor dit verhaal volstaat het om te weten dat Dicky en ik verslingerd zijn aan dit curieuze Aziatische spel, zodat we er niet alleen heel Nederland voor afreizen om aan toernooien deel te nemen, maar ook geregeld in Frankrijk of Duitsland zijn te vinden en er zelfs voor naar China en Japan zijn gereisd. In Japan had ik Dragon Chang ontmoet, een rijke zakenman uit Taipei die zich mahjongwetenschapper noemde en rondliep met plannen om in zijn woonplaats een mahjongmuseum te openen. Hij had een boek geschreven over mahjong, dat ‘Wonderful Taiwan Mahjong’ heette. En nu was hij bezig aan zijn tweede boek, ‘Mahjong Worldwide’. Daarvoor had hij de verre reis ondernomen van Taiwan naar Varsseveld.
“Ik kom naar Nederland, want ik wil schrijven over wonderful mahjong in Europe”, vertelde Dragon me aan de telefoon.
“Dan moet je in Varsseveld zijn”, zei ik met een stalen gezicht. Dragon had ook al reisplannen naar Florence, Kopenhagen en Brussel. Varsseveld kon er nog wel bij.
Waarom Varsseveld? Dat begon op een vrijdagavond in 2002, toen in het Nijmeegse café Groenewoud een groepje nieuwsgierige mahjongliefhebbers uit de Achterhoek binnenstapte. Zij hadden onze club de Gouden Draak dankzij het internet gevonden en kwamen eens kijken hoe dat werkte, zo’n mahjongclub. Een van hen, Kan-ki Man, had een Chinees restaurant in Varsseveld en nadat hij het Gelderse Lundia-stadje in contact had gebracht met de loempia en de nasi speciaal, wilde hij het ook mahjong leren. Leuk idee, zei ik. We praatten een tijdje. “De Gouden Draak speelt hier om de week en we hebben vijftien, zestien leden”, zei ik. “Dus denk maar niet dat er hele volksstammen op een mahjongclub afkomen.” De Varssevelders vertrokken en begonnen kort daarna in een zaaltje van restaurant Fu-Hing hun eigen club, die voor het gemak dezelfde naam droeg als het restaurant. Binnen de kortste keren had Fu-hing ruim vijftig leden, die fanatiek aan het mahjongen sloegen. Elke week.
Het was leuk om een gelijkgezinde mahjongclub in de buurt te hebben. Wel was de Varsseveldse club tamelijk commercieel ingesteld. De Gouden Draak vroeg een bescheiden contributie, maar van de spelers van Fu-Hing werd een financiële bijdrage per speelavond verwacht. Bovendien kwam het bedienend personeel er om het kwartier langs om te vragen of er een nieuw drankje kon worden ingeschonken. Toch reisden de Gouden-Draakspelers geregeld naar Varsseveld om daar een avondje mee te spelen. De uitwisseling was overigens nogal eenzijdig. Achterhoekers steken niet graag de IJssel over, want daar woont onbekend, vreemd volk. Toen Fu-Hing begon met een jaarlijks toernooi, reed de helft van de Nijmeegse club naar de Achterhoek; omgekeerd durfden na veel trekken vijf of zes spelers van Fu-Hing de reis naar Nijmegen te aanvaarden.
Toen er een heuse uitwisseling begon – teams van beide clubs speelden vier keer per jaar tegen elkaar – veranderde dat beeld niet erg. Met mondjesmaat waren spelers uit de Achterhoek te porren voor de uitwedstrijden in Nijmegen. Toen de Gouden Draak ook nog elke keer won, ging de lol er een beetje af en werd het ‘Vier Seizoenen Toernooi’ gestopt.
Maar dit alles lag nog in de toekomst toen Dicky en ik met onze Taiwanese gasten het restaurant binnenstapten om te kijken naar de mahjongwedstrijd van vanavond en gelijk een hapje te eten. Helaas zat het restaurant midden in een verbouwing. Dat kan gebeuren natuurlijk, en dat de gasten dan wat bouwrommel om zich heen voor lief moeten nemen, is niet te vermijden. Jammer wel dat het eten heel erg lang op zich liet wachten en ook koud was toen het arriveerde. We hoopten maar op een gratis biertje om het een beetje goed te maken.
Net op tijd liepen we de ruimte binnen waar de spelers van Fu-Hing al klaar zaten voor hun wekelijkse spelavond. Dragon keek zijn ogen uit. Hier, aan de rand van Nederland, werd mahjong gespeeld dat het een aard had. En de Varssevelders luisterden vol verbazing naar de verhalen van Dragon dat in zijn land, Taiwan, mahjong niet met dertien maar met zestien stenen werd gespeeld.
Het werd, kortom, toch een gezellige avond. Lynn noteerde op verzoek van haar man allerlei Chinese krabbels in haar aantekenboekje. Kan-ki Man schoof aan voor een potje Taiwanees mahjong met zijn geëerde gast. Grappig was dat Dragon (die Mandarijn spreekt) en Kan-ki Man (afkomstig uit Hongkong en dus Kantonees sprekend) elkaar voor geen meter verstonden, zodat ik Engels en Nederlands stond te tolken tussen de twee Chinezen.
Glimmend van plezier zat Dragon naast me in de auto op de terugweg naar Nijmegen. Morgen ging hij zijn reis voortzetten naar Denemarken en hij ging ook nog naar België.
Een paar weken later kwam hij terug in Nijmegen: zijn laatste stop alvorens terug te reizen naar zijn land.
“Wat was je mooiste Europese mahjong-avontuur, mijn vriend?”, vroeg ik hem toen we bij ons thuis aan tafel zaten voor een laatste gezamenlijke maaltijd. “That was Holland”, antwoordde hij direct, “the small mahjong village”: het mahjongstadje.
Het zou Dragon spijten te horen dat restaurant Fu-Hing gaat sluiten. ‘Varsseveld kan straks niet meer ‘effe naar Kwai’, kopte De Gelderlander. Na 44 jaar komt een einde aan het Oosters specialiteitenrestaurant waar dit stukje Achterhoek kennis maakte met nasi goreng, loempia en tjap tjoy. Ik hoop maar dat de mahjongclub deze slag overleeft. Dat ene biertje heb ik trouwens nog steeds te goed. En ook dat tweede boek van Dragon is nooit verschenen.
Zie ook:
Artikel in De Gelderlander over het sluiten van restaurant Fu-Hing
Mahjong Magazine nr 2/2004 met een artikel over het ‘Wonder van Varsseveld’
Interview met Dragon Chang over Taiwanees mahjong
Interview met Dragon Chang over ‘Wonderful Taiwan Mahjong’