Samen met zijn vrouw Eugenie is deze week Dries van Agt gestorven, op een door henzelf gekozen moment. Beiden waren 93 jaar. Een bijzonder mens nam op een bijzondere manier afscheid van de wereld.
De katholiek Van Agt was van 1973 tot 1977 de ‘witte boord’ in het rode kabinet dat geleid werd door zijn PvdA-tegenpool Den Uyl. Hij was minister-president in drie kabinetten, gezant voor de Europese Unie in Japan en de Verenigde Staten, maar ook een gekend liefhebber en beoefenaar van de wielersport. Na zijn actieve politieke leven ontpopte hij zich als een voorvechter van de Palestijnse zaak.
Ik herinner mij hem om al deze dingen, maar ook om een onbekende mini-episode in zijn leven, namelijk toen ik contact met hem had. Want mede dankzij mr. A.A.M. van Agt is de internationale mahjonggemeenschap ontstaan.
Zijn briefpapier oogde bescheiden, maar het vermeldde wel trots ‘Former Prime Minister’: voormalig minister-president. Er had ook, even trots, kunnen staan ‘Voorzitter van het Comité van Aanbeveling van het Open European Mahjong Championship’. Want dat was hij, de op zijn lauweren rustende politicus die zich, samen met zijn geliefde ‘Eutie’, had teruggetrokken uit het openbare leven en van Heilig Land Stichting was verhuisd naar een gerieflijk appartement in Nijmegen. Maar ja, ondanks zijn bijdrage aan het georganiseerd mahjong in Nederland en Europa, speelde Van Agt nu eenmaal zelf geen mahjong.
Een jaar lang, van april 2004 tot april 2005, correspondeerde ik met de voormalige premier. Ik was twee jaar eerder dolenthousiast teruggekomen uit Japan, waar ik in november 2002 had deelgenomen aan het eerste wereldkampioenschap mahjong in Tokio. Iets dergelijks kunnen we in Nederland ook, dacht ik, en zo zat ik op een gegeven moment samen met andere enthousiaste mahjongers met wie we snel de Nederlandse Mahjong Bond hadden opgericht, te brainstormen hoe we aan geld konden komen om het eerste Open Europees Mahjong Kampioenschap te organiseren.
Mahjong was een volslagen onbekend spel in Nederland. Om sponsors voor het evenement te interesseren, moesten we, zo bedachten we, bekende namen aan ons verbinden. Twee namen werden genoemd:
- Erica Terpstra, de meest spraakmakende Nederlandse sportambassadeur die je maar kunt bedenken, Olympisch zwemkampioen, voormalig staatssecretaris voor onder meer sport, voorzitter van NOC*NSF, lid van het Internationaal Olympisch Comité, en
- Dries van Agt, bij grote groepen Nederlanders bijna net zo populair als Erica Terpstra. Niet alleen voormalig minister-president, maar ook (van 1987 tot 1989) Europees ambassadeur in het grote mahjongland Japan. Hij zou, zo dachten we, vast wel eens hebben staan kijken bij een potje mahjong en hij had in ieder geval een grote liefde voor het land opgevat.
Ik kende de ex-premier omdat ik lid was geweest van een werkgroep die een Taiwanweek in Nijmegen organiseerde. Van Agt was als Azië-kenner benaderd om zitting te nemen in het comité van aanbeveling van die week. Hij was niet mijn favoriete politicus – ik nam hem bijna persoonlijk het ‘pesten’ van Joop den Uyl kwalijk – maar ik raakte onder de indruk van de wijze waarop hij zijn best deed voor de Taiwanweek. Dat gaf mij de moed hem te benaderen voor het mahjongkampioenschap. In mijn brief aan hem wees ik op de functie van mahjong als culturele brug tussen Oost en West.
Misschien sprak dat laatste hem aan. In ieder geval kreeg ik, enigszins tot mijn verrassing, een beminnelijk en positief antwoord van hem, gedateerd 8 september 2004:
Met de medewerking van deze twee grootheden – ook Erica Terpstra had positief gereageerd – konden we nu proberen sponsors binnen te halen voor het kampioenschap. Dat viel trouwens niet mee; dankzij hen zwaaiden de deuren van onze beoogde sponsoren wel open, maar de meesten lieten ons met lege handen weer net zo makkelijk vertrekken.
Van Agt wilde wel meewerken aan een interview voor het speciale Engelstalige nummer van ‘Mahjong Magazine’ voor de deelnemers aan het Europees kampioenschap. Dat ging wel met enige aarzeling gepaard:
Hartelijk dank voor uw brief van 5 december. Al heb ik het onbeschrijfelijk druk, voor een vraaggesprek over Japan maak ik mij wel beschikbaar. Weet echter dat ik met het Mahjong-spel nog geen enkele ervaring heb.
Van een interview met Van Agt kwam het nooit. Ook liet Van Agt verstek gaan op het Europees Kampioenschap, dat hij mede mogelijk had gemaakt. Misschien had ik wel inderdaad te veel gevraagd, getuige zijn volgende brief:
In uw brief van 21 februari vraagt u mij wel heel veel, te veel eigenlijk. Met aanzienlijke aarzeling heb ik ermee ingestemd een vraaggesprek met u te houden. Waarom die aarzeling? Omdat ik geen sikkepit weet van het mahjongspel, zoals ik u al gemeld heb.
Dan noemt u een drietal evenementen in de tweede helft van juni waarbij u mijn aanwezigheid min of meer verwacht althans op prijs zou stellen. Maar in de week waarin 24, 25 en 26 juni vallen ben ik helemaal niet in Nederland doch op een internationale conferentie van de Verenigde Naties in Califomië.
Tenslotte een bijdrage aan het programmaboekje. Dat zou alleen kunnen wanneer u mij een voorontwerp levert want uit eigen wetenschap kan ik dit niet maken.
Het interview hebben we maar laten schieten. Het voorwoord voor het programmaboekje lukte wel. Ik schreef zelf een concept, waar hij zijn handtekening onder zette en aan mij retourneerde.
Zo werd dus niet Dries van Agt, maar Erica Terpstra de ster van de slotceremonie van het eerste Open Europees Mahjong Kampioenschap. Zij reikte de prijzen uit aan de ‘kanjers’ die de prijzen hadden gewonnen en prees ook de geweldige sportieve instelling van de overige deelnemers. Het kampioenschap was een succes geworden. Meer dan dat: het gaf de stoot tot de oprichting van nationale mahjongorganisaties in tal van Europese landen en regelmatig terugkerende Europese en zelfs wereldkampioenschappen. Niet te ontkennen valt dat Dries van Agt daaraan een bescheiden bijdrage heeft geleverd.
Ik bedankte Van Agt na het kampioenschap vriendelijk voor zijn medewerking en stuurde hem een exemplaar van de film die tijdens het toernooi was gemaakt. Later nam mijn respect voor hem toe. Als erevoorzitter en oprichter van The Rights Forum op het gebied van Israël en de Palestijnen maakte hij zich hard voor de mensenrechten en de Palestijnse zaak. Bovendien kreeg hij in 2018 de Koos Zwart Award uitgereikt, een jaarlijkse prijs voor mensen die zich hebben ingezet voor de legalisering en normalisering van cannabis in Nederland. De prijs wordt uitgereikt door het Platform Cannabisondernemingen Nederland.
Bij die gelegenheid stak hij voor de eerste keer een joint op. Toch een beetje jammer dat het nooit van een potje mahjong met hem is gekomen.