draadjeOp mijn iPhone springt een melding in beeld als er ergens in de wereld iets belangrijks gebeurt. Op elk moment van de dag worden we op de hoogte gehouden van groot en klein nieuws, vooral via internet. Maar mijn leven werd gekleurd door de radio. Deel 1: Herinneringen aan de Draadomroep. 

“Nou, gefeliciteerd hè.” Redactiechef Willem Harwijne lachte een beetje scheef, terwijl hij naar ons knikte. Het was 27 april 1967. Zoals gebruikelijk was hij tijdens de avonddienst tegen half elf opgestaan uit zijn houten bureaustoel en had hij de Draadomroep aangezet. De nieuwsuitzending van het ANP van dat tijdstip was de belangrijkste van de avond, en voor ons, de Zaanse verslaggevers, zo’n beetje de enige bron voor het wereldnieuws. Wat we trouwens niet echt nodig hadden voor onze raadsverslagen, interviews met belangrijke Zaankanters of verslagjes van ongevallen.

“Hier is de radionieuwsdienst verzorgd door het ANP”, klonk het uit de metalen luidspreker van de Draadomroep, die aan de wand was bevestigd. En, direct daarna, het nieuws waar we naar hadden uitgekeken:

‘Prinses Beatrix heeft vanavond het leven geschonken aan een zoon. De Rijksvoorlichtingsdienst gaf om half negen het volgende communiqué uit: Heden, op 27 april 1967, heeft hare koninklijke hoogheid prinses Beatrix in het Academisch Ziekenhuis in Utrecht het leven geschonken aan een flinke, welgeschapen zoon.’

Het Zaanse nieuws, waar wij zo hard aan hadden gewerkt, zou de volgende ochtend niet veel aandacht krijgen van het bescheiden lezersbestand van de Zaanlander: voor het eerst in deze eeuw hadden we een kroonprins! Toen een paar uur later het laatste nieuws naar de centrale redactie in Alkmaar werd gestuurd en Harwijne in de redactie-Kever naar huis reed, haalden wij bij de snackbar verderop in de Stationsstraat in Koog aan de Zaan een paar halve liters bier om te proosten op de nieuwe Oranjetelg.

Koog aan de Zaan

zaanlander draadWat wij niet wisten, was dat het medium waardoor wij zojuist het wereldnieuws over de kleine kroonprins hadden gehoord, was ontstaan in ditzelfde dorp. Bijna een halve eeuw later haal ik die wijsheid van Wikipedia: ‘De eerste aanzet tot de draadomroep kwam in 1921 door de radioamateur Janus Bauling uit Koog aan de Zaan, die tegen een bijdrage extra luidsprekers bij zijn buren installeerde waarmee deze zonder zelf een radio te hebben, toch konden luisteren. In 1924 kwam de eerste echte uitzending van de draadomroep van Bauling via vijf aansluitingen.’

Radiodistributie was de formele naam van wat ook wel liefkozend ‘het draadje’ werd genoemd. Ik groeide op met draadomroep sinds op een dag, begin jaren vijftig, een meneer van de PTT een keuzeschakelaar en een luidspreker bij ons thuis aan de Meidoornstraat in Zaandam monteerde. Vanaf dat moment nam het bronskleurige kastje een centrale plaats in de huiskamer in. Tinus, mijn vader, hechtte groot belang aan het binnen- en buitenlandse nieuws. Als we rond de tafel geschaard zaten voor de broodmaaltijd tijdens de middagpauze, zette hij steevast de ‘nieuwsberichten’ aan, voorafgegaan door het geluid van de Big Ben in Londen. Na het ANP-nieuws volgde het Katholiek Nieuws, dat hij ook wilde beluisteren.

Hoorspelen

spronginhetheelalDe radio speelde destijds een centrale plaats in dagelijks leven in Nederland. Er waren hoorspelen die het hele land aan het radiotoestel kluisterde. Mijn broers luisterden ademloos naar Sprong in het heelal, een spannende serie over ruimtevaarders die naar de maan reisden en later zelfs naar Mars. Als Paul Vlaanderen of In Holland staat een huis (‘de familie Doorsnee’) werd uitgezonden, kon je een kanon in de straten afschieten. Bij mijn vriendje Rob werd op zondag na de middagmaaltijd de radio aangezet voor het Radio Prentenboek, met als hoogtepunt de avonturen van de tweeling Pim en Wiebe. Eigenlijk mocht voor licht divertissement de radio bij ons niet aan op de Dag des Heeren, maar onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de maaltijd was afgesloten, mocht ik daar ook thuis wel naar luisteren. Zo speelde de zondagse middagmaaltijd zich in tijd af tussen ‘De toestand in de wereld’ door mr. G.B.J. Hiltermann, die in recordtijd alle problemen van de wereld de revue liet passeren (“Meer naar het zuiden, in het donkere Afrika van de negers”) en het Radio Prentenboek van de KRO, met Annemarie Lippes en Wim Quist.

De geluidskwaliteit van de Draadomroep was uitstekend. De ontvangst was storingsvrij. Maar het kastje had een gigantisch nadeel: er konden niet meer dan vier zenders mee worden ontvangen. Dat waren Hilversum 1 en 2, en twee wisselende zenders uit het buitenland, waaronder steevast een station met klassieke muziek. Bij vriendjes uit de klas hoorde ik vreemde, harde, ritmische muziek met Engelse commentaarstemmen. ‘This is Radio Luxembourg, your station of the stars’, zeiden die. In de huiskamers van die klasgenoten stonden sierlijke apparaten met ivoorwitte druktoetsen. Er zat een venster op met een wonderlijk groen licht, en ze hadden een bereik van Praha tot Beromünster, al had niemand een idee waar die zenders stonden.

De Draadomroep kon dat allemaal niet. Ze keken neer op de draadomroep Zo langzamerhand begon ik het kastje aan de muur een suf ding te vinden. Hoe kon ik mijn entree maken in de nieuwe tijd?

Volgende aflevering: De kristalontvanger op mijn jongenskamer

 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Draadomroep

https://www.youtube.com/watch?v=LbLrPe6RWJ4

http://www.radio5nostalgia.nl/nieuws/1870/sprong-in-het-heelal-op-radio-5.html

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum