Karikaturen van Zaanse spelers, getekend door Dik Bruynesteyn, ca. 1959. |
Zestien jaar lang is er in de Zaanstreek betaald voetbal gespeeld. KFC uit Koog aan de Zaan en ZFC uit Zaandam waren te klein om afzonderlijk te overleven, maar haat en achterdocht stonden een fusie tussen de clubs in de weg. Wat ging er allemaal fout? Journalistieke duizendpoot Jan Wit kan erover vertellen alsof het gisteren is gebeurd.
Om in de sfeer te komen voor het gesprek met Jan Wit loop ik op weg naar zijn huis in oud-Koog langs de plek waar ooit KFC speelde. Op oude foto’s van acties op het veld zie je soms op de achtergrond de huizen aan de Jonge Kuiperstraat, met op de balkons en achter de ramen mensen die gratis van de wedstrijd genieten – een voetbalmatch in de eerste divisie was nog een sensatie, in de jaren vijftig en zestig.
Geen spoor meer van het hoofdveld van KFC, waar ik ooit met de junioren van ZCFC tegen een KFC-team speelde (we verloren met 2-1, na een gemiste penalty van onze midvoor Klaas Maatje). KFC verliet het ‘Koogse Prutje’ immers al in 1965, toen de club verhuisde naar de Wezelstraat in Westerkoog. Maar de huizen aan de noordzijde van het oude veld staan er nog altijd. Ze kijken nu uit op een bouwmarkt, een garagebedrijf en op de A8, de Coentunnelweg, die dwars door Koog is getrokken. Het verkeer raast eroverheen met een gangetje van 100 kilometer of schakelt terug om de afslag te nemen.
Ik ga op bezoek bij Jan Wit om, met het nieuwe voetbalseizoen voor de deur, te praten over het verdwenen betaald voetbal in de Zaanstreek. Wie kan me daarover beter inlichten dan hij? Ik maakte Jan Wit in de jaren zestig mee als medewerker van De Zaanlander. Sindsdien heeft hij zo’n beetje voor alle gedrukte kranten en krantjes in Noord-Holland geschreven, van de Zaanse Gezinsbode tot Telesport van De Telegraaf. Meestal maakte hij ook zelf de foto’s, dat was wel zo makkelijk.
Jan Wit weet alles van de korte geschiedenis van het betaald voetbal in de Zaanstreek. “Al bij het begin van het profvoetbal in Nederland, in 1955, was er even sprake van dat ZFC en KFC samen een betaalde club zouden beginnen onder een nieuwe naam, terwijl de beide clubs dan verder zouden gaan als amateurs.” Dat is er toen niet van gekomen. De clubs gingen onafhankelijk van elkaar het betaaldvoetbalavontuur aan.
Erg succesvol waren ze niet. ZFC en KFC speelden afwisselend in de tweede en de eerste divisie. Het dichtst bij promotie naar de eredivisie was KFC in 1961, maar De Volewijckers uit Amsterdam-noord bleef de Koogse club één puntje voor.
Zo kon het niet langer. In 1960 was al voor het eerst over een fusie gesproken, maar de ledenvergadering van KFC was tegen. In 1964 werd een nieuwe poging ondernomen om tot één Zaanse profclub te komen. Dat was op initiatief van Klaas en Cees Molenaar, beiden verdienstelijke KFC-voetballers en beiden lid van de directie van het Zaanse witgoedbedrijf Wastora.
Het leek nu de goede kant op te gaan. Zowel KFC als ZFC benoemde met instemming van de ledenvergaderingen een commissie. Beide commissies brachten een positief advies uit. En toen trok ZFC de stekker er alsnog uit. Dat betekende het begin van het einde van het betaald voetbal in de Zaanstreek.
Als schuldige daarvoor wijst Jan Wit, ruim vijftig jaar nadien, nog altijd zonder spoor van twijfel Oetse Stienstra aan, de machtige voorzitter van ZFC. “Stienstra vreesde voor zijn positie als voorzitter.”
Voormalig Telegraaf-sportredacteur Ron Couwenhoven, destijds werkzaam bij De Zaanlander, bevestigt het. “Oetse Stienstra was zo verknocht aan zijn Johan Roemhuis op het oude ZFC-terrein aan de Westzanerdijk dat hij hij elke poging van de broers Molenaar om tot een fusie te komen tegenhield.”
Maar als je toch ziet dat er in de Zaan geen plek is voor twee profclubs, dat er grote Zaanse bedrijven zijn die best zouden kunnen sponseren: Verkade, Albert Heijn, Wessanen, Honig, Cacao de Zaan…?
“Dat viel best tegen hoor, die bereidheid van de sponsors”, zegt Wit.
‘Het gekke is dat Alkmaar uiteindelijk alle spelers van FC Zaanstreek voor niks heeft gekregen’
De Molenaartjes trokken daarna hun eigen plan. Ze namen voor 120.000 gulden de proflicentie van KFC over. KFC werd weer een amateurclub, Klaas en Cees Molenaar maakten een doorstart met een profclub die ze FC Zaanstreek noemden en trokken een aantal bekende voetballers aan. Onder hen verschillende spelers van Ajax, die hun carrière wel wilden beëindigen bij de nieuwe Zaanse club, zoals Piet Ouderland, Hennie Schipper, Cees Smit, Jan van Veen en Cees Groot.
Ron Couwenhoven: “Cees Groot was een van de sterren van de ploeg. Ik ben toen nog weleens bij trainingen van FC Zaanstreek geweest. Omdat er geen trainingsveld was, werd geoefend in de fietsenstalling. Trainer Toon van den Enden stond erbij met een grote sigaar in zijn hoofd en liet de spelers over de fietsenrekken springen.”
FC Zaanstreek begon het seizoen 1964-’65 in de tweede divisie A, waar ook ZFC speelde. In het tweede jaar van zijn bestaan promoveerde Zaanstreek naar de eerste divisie. In het volgende seizoen, 1966-’67, eindigde ze op de negende plaats.
Wat daarna gebeurde, is verrassend. Bestuursleden van Alkmaar ’54 kwamen bij FC Zaanstreek op bezoek. Ze wilden de Zaanse aanvaller Wim de Jager overnemen, in ruil voor vier Alkmaar-spelers. In plaats daarvan vroeg Klaas Molenaar 100.000 gulden voor hem. Dat geld had Alkmaar ’54 niet; net als FC Zaanstreek verkeerde Alkmaar in geldnood. De besprekingen kregen daarna een ander verloop: Alkmaar en FC Zaanstreek fuseerden.
Voor Jan Wit is het duidelijk wat er is gebeurd. Klaas Molenaar zag kansen om Wastora uit te breiden met een tweede Wastora-zaak in Alkmaar. Een fusie van FC Zaanstreek met Alkmaar ’54 paste goed in dat plan. “Maar het gekke is dat Alkmaar uiteindelijk dus alle spelers van FC Zaanstreek voor niks heeft gekregen!”
Alkmaar/Zaanstreek was een feit. De club ging spelen in Alkmaar, het tweede elftal in Koog aan de Zaan. ZFC bleef als enige betaalde club in de Zaanstreek over, tot het in 1971 werd weggesaneerd door de KNVB en naar de amateurs verdween. Het betaaldvoetbalavontuur in de Zaan heeft al met al maar zestien jaar geduurd: van 1955 tot 1971.
KFC bestaat ten minste nog. Wat heet – het is een bloeiende amateurvereniging. Jan en zijn vrouw Gea hebben al een paar albums volgespaard van de lokale Deen met alle zevenhonderd plaatjes van de spelers van KFC, die je cadeau krijgt als je boodschappen doet in de plaatselijke vestiging van de supermarkt. In dat opzicht is KFC nog altijd de ‘Groote Koogsche’. De club koestert het verleden, al is er waarschijnlijk niemand meer in leven die zich herinnert hoe de club in 1934 net naast het landskampioenschap greep (Ajax won de titel).
Met ZFC is het heel anders gegaan. Op de plaats waar ooit op mooie zondagen duizenden mensen in het gezellige stadion aan de Westzanerdijk zaten, herinneren alleen een paar vage straatnamen aan de gloriedagen van weleer: De Midvoor, De Doelman, De Spil, die ze toch op z’n minst naar befaamde ZFC’ers als Johnny Rep, Hennie Dijkstra en Jan Plekker hadden kunnen noemen. Kerels die de harten verwarmden van de Zaandammers op de tribune, en die nog lang niet vergeten zijn.
De naam ZFC is verdwenen en zal binnen een paar generaties helemaal vergeten zijn
“Het is nu FC Zaandam geworden, hè”, zegt Jan Wit, ondertussen als een razende bladerend in zijn plakboeken. Jan Wit is de enige journalist die ik ken die zijn hele oeuvre keurig heeft bijgehouden, in honderden plakboeken die een complete kast maar volgens zijn vrouw ook de hele zolder van hun huis beslaan.
“FC Zaandam?” Ik heb blijkbaar het nieuws gemist en kijk Jan ongelovig aan. Hij praat me snel bij.
Na het afketsen van de fusie met KFC is ZFC nog een paar jaar, tot 1971, blijven hangen in de tweede divisie. Daarna keerde de club – inmiddels verhuisd van de Westzanerdijk naar Sportpark Hoornseveld – terug naar de amateurs. In 1990 fuseerde ZFC met ZVV tot Hellas Sport Combinatie. ZVV, ooit ook zo’n grote Zaandamse club, in mijn tijd op het Zaanlands Lyceum de enige geaccepteerde voetbalclub omdat die als een beetje chic bekendstond. (De meeste lyceïsten speelden trouwens hockey, bij ZHC de Kraaien.)
Wat Jan me nu vertelt, is nieuw voor me: Zilvermeeuwen sluit zich aan bij de fusieclub, die de naam FC Zaandam krijgt.
Zilvermeeuwen! In gedachten zie ik de club, in hun blauwwit gestreepte shirts, nog altijd spelen op het terrein aan de overkant van de Weerpadsloot, op tien minuten lopen van de Meidoornstraat, waar ik opgroeide. Jongens uit onze buurt speelden er. Het clubkrantje van Zilvermeeuwen was het enige blad waar mijn vader advertenties in plaatste voor zijn sigarettenzaak. In De Typhoon adverteren had geen zin, er gingen immers geen mensen uit Krommenie of Westzaan naar de Meidoornstraat voor hun rookwerk. Maar de spelers en supporters van Zilvermeeuwen kochten hun Zware van de Weduwe of Golden Fiction graag bij Rep. Ook al had mijn vader geen snars verstand van voetballen en bezocht hij de wedstrijden nooit omdat Zilvermeeuwen op zondag speelde, wat tegen zijn geloofsopvatting in druiste.
Jan haalt me uit mijn overpeinzingen. “Zilvermeeuwen en Hellas waren beide ten dode opgeschreven, ze hadden te weinig leden. Zaanlandia zou eerst ook meedoen, maar eiste dat de fusieclub de naam Zaanlandia zou krijgen en is er vervolgens uitgestapt.”
De naam ZFC is verdwenen en zal binnen een paar generaties helemaal vergeten zijn. Heeft Oetse Stienstra er nooit spijt van gehad dat hij de fusie met KFC heeft tegengehouden?
Volgens Jan Wit niet. “Je moet niet vergeten: ze waren water en vuur, er was toch een bepaalde haat tussen die twee clubs.”
Heeft AZ trouwens Zaanse aanhangers? “Tegenwoordig steeds meer“, zegt Wit. “Vroeger gingen Zaankanters meestal naar Ajax. Maar een kaartje Ajax is hun te duur geworden, dus gaan ze liever naar AZ.”
Als ik thuis ben, vind ik een mailtje van Jan in m’n in-box met meer positief nieuws over de verbintenis van AZ met de Zaanstreek: ‘Vandaag de dag tref je op het sportpark De Kalverhoek in Wijdewormer een fraai trainingscomplex voor alle teams van AZ aan. Zo is de koppeling met de Zaanstreek in ere hersteld.’
Goed te horen, Jan. En toch blijft het eeuwig jammer.
Volgende aflevering: Het nieuws over de fusie was een daverende primeur van dagblad De Zaanlander. Maar waar kwam die vandaan?