couwenhoven Held JozuaJournalist Ron Couwenhoven, telg uit een molenaarsgeslacht, had meer met wielrennen dan met molens. Een interview: hoe hij via De Telegraaf en de Tour de France toch bij de Zaanse molens terecht kwam — en uiteindelijk bij Claude Monet.

roncouwenhoven henniekuyper

Toen in 1924 de opa van Ron Couwenhoven failliet ging, kwam een abrupt einde aan een traditie. Zeven generaties lang had de familie Couwenhoven molens in de Zaanstreek in bezit en onderhoud gehad. 

Eind zeventiende eeuw kwam de eerste Couwenhoven naar de Zaanstreek. In 1712 werd Willem Couwenhoven eigenaar van molen De Valk, die in de Beemster stond maar die hij naar Zaandijk verplaatste. Vanaf dat moment zaten de Couwenhovens in de molens — generaties lang, tot Pieter Couwenhoven Janszoon honderd jaar geleden het hoofd moest buigen, toen stoom en diesel het definitief hadden gewonnen van de wind die de molens gratis van energie voorzag.

De eerste keer dat kleinzoon Ron met een molen te maken kreeg, was toen hij in 1968 samen met mij een aantal reportages schreef over de nachtelijke verplaatsing van molen De Zoeker van het Guisveld naar de Zaanse Schans. We waren beiden 22 jaar en werkten beiden bij De Zaanlander, een van de voorgangers van Dagblad Zaanstreek.

Toch had Ron niet veel met molens, en na de reportages over De Zoeker hield zijn bemoeienis er al snel mee op. Hij maakte naam als wielerverslaggever bij De Telegraaf. Hij had succes. “Ik zat altijd in de koers, terwijl de andere verslaggevers aan de finish stonden en aan de renners en de ploegleiders vroegen wat er onderweg gebeurd was. Ik reed mee in m’n eigen auto en had het onderweg allemaal zelf gezien. Tussen 1970 en ’86 heb ik veertien keer de Tour de France meegemaakt.” Dat het bloed nog altijd kruipt waar het niet gaan kan, blijkt uit de verslagen in de vorm van uitgebreide brieven, die hij na belangrijke wedstrijden plaatst op Facebook.

Na zijn tijd als sportverslaggever werkte hij voor de kleurenbijlage van zijn krant en onderscheidde hij zich later als onderzoeksjournalist. Inmiddels was hij toch in contact gekomen met de Zaanse molens, via het Molenmuseum, toen nog in Koog aan de Zaan gevestigd. Ron ging schrijven voor De Windbrief, het magazine van de vereniging De Zaansche Molen en ging zich steeds meer verdiepen in de geschiedenis van de molens. Hij deed het standaardwerk Duizend Zaanse Molens van historicus Pieter Boorsma dunnetjes over met zijn boek 1100 Zaanse Molens, waarvoor hij zeventig nieuwe, voorheen onbekende molens ontdekte.  Jaarlijks verschijnt een nieuwe aflevering in zijn boekenreeks Zaanse verhalen, die door een vaste schare liefhebbers wordt afgenomen.

Meer dan een halve eeuw na de ‘Nacht van de Zoeker’ zitten we tegenover elkaar aan de cappuccino in een koffiezaakje aan de Gedempte Gracht in Zaandam. Ik wil mijn oude collega, inmiddels 75, uithoren over zijn nieuwste boek, dat hij samen met kunsthistoricus Henk Heijnen schreef over het verblijf van de Franse schilder Claude Monet in Zaandam. Ron had al in 2014 een ISBN-nummer aangevraagd voor het boek De molens van Monet dat hij wilde schrijven. Acht jaar later ligt het er dan eindelijk, veel dikker en uitgebreider dan ooit het plan was. De molens van Monet werd Claude Monet in Zaandam, en voor dat boek werd zo’n beetje elke voetstap gereconstrueerd die de grondlegger van de impressionistische kunststroming in 1871 zette in Zaandam. Ron weet inmiddels niet alleen welke molens Monet schilderde, maar ook welke woningen en welke mensen, wat zij gedaan hebben en wat hun relatie met Monet was. 

Het onderzoek wordt verdiept als Couwenhoven gaat samenwerken met Henk Heijnen


Aan de publicatie van Claude Monet in Zaandam gingen drie jaar van intensief onderzoek vooraf. De aanpak werd aanzienlijk verdiept toen hij in contact kwam met Henk Heijnen, die de werken van Monet als kunstkenner van achtergronden voorziet, terwijl Couwenhoven het meeste spitwerk deed. Hij is trots op wat er allemaal boven water is gekomen. Zo beschrijft hij in het boek hoe Fulco Rol, molenaar van De Bonte Hen en archivaris van de Zaanse Molen, de locaties achterhaalde waar Monet zijn twee Westzijderveld-schilderijen maakte, en welke molens daarop staan. Henk Heijnen en Ron Couwenhoven ontdekten dat Guurtje van de Stadt, dochter van de steenrijke houthandelaar Jan van de Stadt, op een tweede schilderij van Monet staat, Luchthuis aan de Zaan, samen met een aantal vriendinnen. Hij achterhaalde het Liederbord, waaruit tijdens haar bruiloft werd gezongen. Ze kwamen erachter waar en wanneer Monet een loopje nam met de werkelijkheid als hem dat om kunstzinnige redenen beter uitkwam: zo zette hij twee extra molens aan het Weerpad in het Oostzanerveld neer en plaatste hij de twee prachtige huizen Oostzijde 221 en 219 voor het effect dichter bij elkaar aan de Zaan. 

Monet vond het heerlijk om de molens en de landschappen, maar vooral het water in Zaandam te schilderen. Hij was nog volslagen onbekend; pas een jaar later zou hij het baanbrekende Impression, Soleil Levant schilderen, maar erkenning en wereldfaam zouden nog minstens tien jaar op zich laten wachten. 

Wat zou Monet nu schilderen, als hij vanuit 1871 werd gekatapulteerd naar het Zaandam van 2022? “De Zaanse Schans”, veronderstelt Ron.  Maar de schilder keerde nooit terug naar Zaandam; wel stuurde hij in 1904 zijn vriend Armand Guillaumin erheen, van wie Couwenhoven en passant ook vele onbekende Zaanse doeken ontdekte.

“Monet had een hotel vlak bij de sluis in Zaandam”, vertelt hij. “Maar Guillaumin nam zijn intrek in De Waakzaamheid, in Koog. Want dertig jaar na het vertrek van Monet was er al zoveel verdwenen dat dat inmiddels de enige plek was vanwaar hij nog molenpanorama’s kon schilderen.” 

Eén ding is jammer. Ron Couwenhoven, die in een paar jaar uitgroeide tot de kenner bij uitstek van de Zaanse Monets, bezit zelf geen schilderij van hem. “Toch een beetje te duur”, zegt hij. 

couwenhoven zoeker

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum