was peperstr

Een interessante ontdekking op een oude luchtfoto van KLM Aerocarto: in alle achtertuinen van een nieuwbouwwijk hangt de was vrolijk aan de lijn te drogen. Aanleiding tot traumatische herinneringen aan het verschijnsel ‘Maandag wasdag’, inmiddels een bijna vergeten begrip. Wordt het tijd voor een actie op het Malieveld?

maandag wasdag 1954

 

Een nieuwbouwwijk in de jaren vijftig van de vorige eeuw. Een vliegtuigje van KLM Aerocarto cirkelt over de huizen met jonge gezinnen en een gloednieuwe statige protestantse kerk, en neemt foto’s van het nieuwe Zaandam, ver beneden op de grond.

Na al die jaren is niet meer te achterhalen wie destijds de opdracht heeft gegeven aan de fotografische dienst van KLM om deze woonwijk van boven vast te leggen. Het gemeentebestuur, om de voorspoedige groei van de stad vast te leggen, een schitterend voorbeeld van de wederopbouw, nog geen tien jaar nadat de plunderende Duitse legers met de staart tussen de benen waren vertrokken? Het zou best kunnen, er zijn heel wat luchtfoto’s genomen in de naoorlogse jaren.

Ik gebruikte onlangs een fragment van de luchtfoto bij een artikel over de Zuiderkerk, het robuuste godshuis in het midden. Er kwam een reactie op die me verbaasde: ‘Die foto is genomen op een maandag.’   

Serieus? Ik zocht het origineel op in mijn computer en ging eens goed kijken. Ik hoefde niet  eens sterk in te zoomen om in de achtertuintjes van de Jacob Gorisstraat en de J.H. op den Veldestraat te kunnen kijken. In veel van die tuinen zal groente zijn geteeld, er waren nog geen supermarkten in Zaandam en wat in je eigen tuin groeide, kostte je alleen wat zaad.

Maar die moestuinen interesseerden me nu niet. Wat ik nu pas zag, was dat in ie-de-re achtertuin wasgoed hangt. Overal zijn lijnen gespannen tussen woonhuis en het schuurtje of de stenen berging achter in de tuin. Er is geen twijfel over mogelijk: op de foto is het maandag, het is wasdag. KLM Aerocarto heeft de foto gedateerd 12 oktober 1954, maar dat kan niet kloppen. 12 oktober is een dinsdag. De foto moet maandag 11 oktober zijn genomen, waarschijnlijk heeft de fotograaf pas de volgende dag de platen ontwikkeld en afgedrukt, en heeft hij die datum gebruikt bij de datering in plaats van de datum van de opname. Het is maandag, maandag wasdag, zeker en vast.

was camping

In heel Nederland werd tot in de jaren negentig op maandag de was gedaan. Uit traditie; een veel betere reden is er niet voor te vinden. Een traditie voor het behoud waarvan geen actiegroepen demonstraties op het Malieveld organiseren. Ook al deden de Nederlandse huisvrouwen de was op maandag al eeuwen voordat die andere traditie, die van Zwarte Piet, ontstond, om nog maar te zwijgen van de ‘typisch Hollandse traditie’ om met Oud en Nieuw vuurwerk af te steken. Tradities waarvoor half Nederland bloed lijkt te willen vergieten.

 

Maandag Wasdag. Zou het de huidige generatie jongeren nog iets zeggen?

Mij wel.

De maandag was de vreselijke dag die volgde op het heerlijke weekend. Als ik op zaterdagochtend thuis kwam van school, hoorde ik al de fabrieksfluiten die door de week pas rond vijf uur het signaal lieten horen dat de werkdag erop zat en dat de arbeiders naar huis mochten. Als ik thuis was, zag ik hen in groepjes voorbij komen, druk met elkaar pratend, sjekkie in de mond, leeg broodtrommeltje achter op de fiets. Het grint in onze armzalige voortuin was al aangeharkt. In mijn vaders sigarenwinkel was het druk, de mensen hadden hun loonzakje gekregen, ze kwamen hun openstaande rekening voldoen en een vers pakje shag halen voor de zondag, wie weet misschien zelfs een luxesigaar. De volgende dag werd je ’s morgens wakker van het geluid van de stilte, we ontbeten in alle rust en wandelden zonder haast naar de Zuiderkerk met zijn drie kleine klokjes, die nauwelijks verder droegen dan de sloot aan de overkant.

De wasdag begon al op zondag. Morgen moest de was gedaan worden, dus op zondagavond moest die worden gekookt. Een loodzware ketel met daarin de vuile was werd met water en een flinke scheut waspoeder op een gaspit gezet, die op de grond stond en door mijn vader met een rubberen slang aan de gasleiding was gekoppeld. De volgende ochtend werd de was gespoeld en door de wringer gehaald. Sommige kledingstukken moesten op bepaalde plaatsen extra worden aangesmeerd met groene zeep om de bruine vlekken eruit te krijgen. Het was zwaar werk en een heel drukke dag.

wasje giethoorn

Als ik op maandagochtend thuis kwam van school — twintig minuten lopen, warm eten en Bijbellezen, daarna weer twintig minuten terug naar school, onderweg bloemetjes plukken voor de juf — hing de was meestal al te wapperen aan de ijzeren waslijnen in de achtertuin. (‘Tuin’ was een groot woord. Zoals veel mensen in Zaandam hadden wij een ‘erfie’, dat bestond uit wat stoeptegels, met als je geluk had aan hei eind een strookje waarin afrikaantjes of goudsbloemen waren neergezet, die weinig of geen zorg nodig hadden.)

Erger was het als het regende. Veel moeders hingen dan de was binnen. Op zolder bijvoorbeeld, maar onze zolder was voornamelijk door bedden in beslag genomen.Geen nood. Dan werd de was in de woonkamer opgehangen. Voor de warme kachel stond een houten rekje waarin wat klein spul hing: maandverband, onderbroeken en sokken, mijn truitjes. Ik haatte die muffe, klamme geur die op dergelijke dagen in de huiskamer hing, uit de grond van mijn hart. Maar als ik mijn moeder — rode konen van het ingespannen werk, soms een doek om haar kapsel geknoopt — nijdig wilde maken, moest ik daar vooral over klagen.

Ondertussen had moeder nog gekookt ook. Mijn vader had het druk in de winkel, hij kon niet koken en, trouwens, het was moeders taak. Daarom stonden bij ons op maandag, net als in heel veel andere huisgezinnen, bietjes op tafel. Die had ze, gekookt en wel, gehaald bij groenteman Theo de Heer aan het einde van de Meidoornstraat. Ze hoefde ze alleen maar een beetje op te warmen en dan was er meestal nog wel een restje suddervlees van de zondagse maaltijd over om de aardappels mee aan te kleden. 

Als ik om vier uur weer thuis kwam van school, was de was verdwenen. Gevouwen, ergens in huis op stapeltjes. Er kon weer een gezellig kopje thee gedronken worden. Ik kreeg de volgende dag een schone borstrok aan, door oma gebreid, die ik over mijn hempie moest dragen, ‘lekker warm’. Die borstrok voelde stijf aan en knelde altijd.. 

Maandag is al lang geen wasdag meer. Toch heeft het begrip heel lang standgehouden. Dertig jaar nadat KLM Aerocarto die foto van de waslijnen in Zaandam-Zuid maakte, werkte ik bij de Volkskrant. Daar schreef ik weleens een verhaaltje voor een pagina die ‘Maandag Wasdag’ heette. Er stonden verhalen op met wat genoemd werd een ‘luxekarakter’. In het weekend gebeurde nooit zo gek veel en de krant moest toch vol. Voor die pagina schreef Piet van Seeters bijvoorbeeld een reportage over patiënten die in de helende kracht van stenen geloofden en ging ik naar een bijeenkomst van beoefenaren van geofictie. Zij vertelden met glanzende ogen over de landen die ze hadden bedacht en waarvan ze de geschiedenis en de taal in dikke schriften beschreven. De rubriekstitel ‘Maandag wasdag’ was grappig en werd door iedere lezer begrepen. Al beschikte heel Nederland inmiddels over een wasautomaat, en sommige gelukkigen over een droger.

Een van de cadeaus die Dicky en ik van mijn ouders kregen toen we gingen trouwen, was een wasmachine. Je kunt gerust beweren dat bij ons het einde werd ingeluid van ‘maandag wasdag’. Want dankzij die wasmachine, en de kinderen die kort daarna kwamen, was ’t bij ons voortaan elke dag van de week wasdag.

 

Artikel Martin Rep op de Volkskrant-pagina 'Maandag Wasdag'

 

Copyright © 2015-2024 Martin Rep | Radboudlaan 14 | 1402 XP  Bussum